Moussaka. 4 Pers

2 dikke aubergines, in plakken van 1 cm gehakt  

Olijfolie, goeie shit, royaal  

Zout & zwarte peper, geen gezeur

Gehaktbom:  

500 g lamsgehakt, juicy as fuck  

500 g rundergehakt, voor die extra punch  

1 dikke ui, fijngehakt  

2 knoflookteentjes, geplet alsof je boos bent  

1 tl kaneel, want Grieken snappen specerijen  

½ tl nootmuskaat, subtiel maar krachtig  

¼ tl kruidnagel, trust me  

1 tl oregano, droog, straight uit de bergen  

1 tl verse munt, fijngesneden, frisheid alert  

400 g tomatenpuree, dik en rood  

200 ml rode wijn, Griekse als je ballen hebt  

Zout & peper, jij bepaalt

Aardappelvibe:  

2 flinke piepers, dun gesneden (2 mm, precisiewerk)

Bechamel met swagger:  

50 g boter, smelt dat spul  

50 g bloem, voor de dikte  

500 ml volle melk, geen light onzin  

100 g Griekse yoghurt, romig en scherp  

100 g Kefalotyri (of Pecorino), geraspt, umami-bom  

2 eieren, geklopt, voor die fluff  

Snuf nootmuskaat, classy touch  

Zout & witte peper, finesse



Bereiding.

Aubergine roasten, geen frituurzooi:  
Oven op 200°C, laat die jongen heet worden.  
Aubergineplakken op een bakplaat, olijfolie erover alsof je een Griekse god bent, zout en peper erop.  
20-25 minuten roosteren, flip ze halverwege. Goudbruin en zacht? Perfect. Laat ze chillen.
Gehakt laten schreeuwen:  
Olijfolie in een grote pan, ui en knoflook erin, fruiten tot ze glanzen.  
Lam en rund erbij, bakken tot het bruin en rul is, spatelbeuken!  
Kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, oregano en munt erin – ruikt als een Griekse taverne.  
Tomatenpuree en wijn erin, laat het sudderen, 20-30 minuten, tot het dik is en je huisgenoten kwijlen. Zout en peper, doe je ding.
Piepers fixen:  
Water met zout aan de kook, aardappelplakken erin, 5 minuten, niet te lang, ze moeten stevig blijven. Afgieten, klaar.
Bechamel met een dikke flex:  
Boter smelten, bloem erin, roeren tot het een gladde jongen is. 1-2 minuten bakken, geen klonten.  
Melk er langzaam bij, blijven roeren, dikke saus incoming.  
Van het vuur af: yoghurt, kaas en eieren erdoor, plus nootmuskaat, zout en witte peper. Dit is geen basic bechamel, dit is kunst.
Bouw die Moussaka:  
Oven op 180°C, ovenschaal invetten met olijfolie.  
Aardappel laag onderin, bam. Dan aubergine, bam. Helft van het gehakt erover, bam.  
Nog een rondje: piepers, aubergine, rest van het gehakt.  
Bechamel erover, gladstrijken, alsof je een meesterwerk afmaakt.
Bakken en flexen:  
45-50 minuten in de oven, tot de top goudbruin is en bubbelt als een vulkaan.  
10-15 minuten laten staan, snijd het niet te vroeg, laat het settelen.
Serveren als een baas
 
Slinger dit op tafel met een Griekse salade – tomaat, komkommer, feta, olijven, je kent het – en wat brood om die saus op te vegen. Glas Agiorgitiko erbij? Je bent een legende.  
 
Dit is Moussaka zoals de Griekse grootheden het bedoelen: bold, rijk, en met een twist die je niet ziet aankomen. Kali orexi, en eet dit alsof je leven ervan afhangt!
 

Print pagina

Surinaamse Macaroni met Kip. 4 Pers

400 g macaroni (schelpjes of elleboogjes, wat je vibe is)  

500 g kipdijfilet, in blokjes (dij is sappiger dan borst, trust me)  

1 grote ui, fijngesneden  

3 teentjes knoflook, gehakt  

1 madam Jeanette peper, fijngehakt (pas op, deze bijt – handschoenen aan!)  

1 rode paprika, in reepjes  

1 handje taugé, gewassen  

2 eetlepels tomatenpuree  

2 eetlepels ketjap manis (zoete soja is de sleutel)  

1 eetlepel Faja Lobi bami-trafasie (of je eigen mix van kerrie, komijn en piment)  

1 kipbouillonblokje, verkruimeld  

2 stengels selderij, fijngesneden (voor die frisse Surinaamse touch)  

3 eetlepels zonnebloemolie  

Zout en peper, naar smaak

Voor de extra flex (saus en topping):  

2 eetlepels pindakaas (ja, echt – voor die romige diepte)  

1 theelepel trassi (gefermenteerde garnalenpasta, klein beetje maar, het knalt!)  

1 eetlepel bruine suiker  

100 ml kokosmelk  

Zuurgoed: dunne plakjes komkommer in azijn met een snuf suiker en sambal  

Gebakken uitjes, voor de crunch




Hoe je het fikst

Stap 1: Basis leggen  

Kook de macaroni beetgaar volgens het pak, giet af en zet apart. Spoel niet af, we willen die starch houden voor later.

Stap 2: Kip marineren  

Meng de kipblokjes met 1 eetlepel ketjap, een snuf zout en een draai peper. Laat 15 minuten staan terwijl je de rest prept – geeft die smaak tijd om in te trekken.

Stap 3: Aroma’s loslaten  

Verhit de olie in een wok of grote pan op medium vuur. Gooi de ui, knoflook en madam Jeanette erin – fruit tot het huis ruikt als een Surinaamse markt (3-4 minuten).  

Voeg de kip toe en bak tot die goudbruin en bijna gaar is, een minuut of 5. Blijf roeren, laat het niet aanbakken.

Stap 4: Smaak opbouwen  

Gooi de paprika en taugé erin, roerbak 2 minuten. Dan tomatenpuree, bami-trafasie, trassi en het bouillonblokje erbij – schep alles goed om tot het één geurige massa is.  

Giet de kokosmelk erbij, voeg pindakaas en bruine suiker toe. Roer tot het een gladde, licht dikke saus wordt. Proef en tweak met zout of extra ketjap als je dat nodig vindt.

Stap 5: Macaroni droppen  

Kieper de macaroni in de pan, schep alles goed door zodat die pasta elke druppel saus opzuigt. Laat het 3-5 minuten pruttelen op laag vuur, strooi de selderij erover en meng nog een keer.

Stap 6: Serveren met swagger  

Schep die dampende macaroni op borden, top af met een handje gebakken uitjes en een paar lepels zuurgoed ernaast. Wil je echt flexen? Gooi er een gekookt eitje bij, in partjes gesneden.

Pro-tips van de Surinaamse chefs

Kip: Dijfilet is de move, want het blijft juicy. Borst kan, maar droogt sneller uit.  

Nog garnalen liggen? Doen!

Pinda-twist: Die pindakaas met kokosmelk is een knipoog naar pinda bravoe, maar dan next level in deze macaroni.  

Madam Jeanette: Halveer de peper als je niet tegen de hitte kan, maar echte Surinamers gaan all-in.  

Zuurgoed: Maak het zelf met 3 eetlepels azijn, 1 eetlepel suiker en een theelepel sambal – laat de komkommer 10 minuten marineren.  

Serveer: Met een koud glas Fernandes kers of markoesasap voor die echte Surinaamse vibe.

Dit is Surinaamse macaroni met kip zoals de grootmeesters het zouden aanpakken – vol smaak, een beetje pit en een dikke dosis liefde. Eet smakelijk, mi boi!

Print pagina

Kippenvleugeltjes Met Rijstenwijn.

2 eetl. zoete sojasaus

2 eetl. aromat

1 ¼  dl rijstwijn

2  tenen knoflook

600 g kippenvleugeltjes

2 eetl. zonnebloemolie

10 dunne plakjes gemberwortel

zout en peper

Garnering:

korianderblaadjes, sesamzaadjes,

2 rode chilipepers, in reepjes gesneden



Bereiding.

  1. Vermeng de sojasaus met de aromat, geperste knoflook en rijstwijn. Laat hierin de vleugeltjes 30 minuten marineren en daarna uitlekken.
  2. Verhit de olie in een braadpan, voeg de vleugels toe en bak ze goudbruin. Voeg zoveel water toe dat ze onderstaan en leg de verse gember ertussen.
  1. Breng aan de kook, temper het vuur en laat de vleugels 30 minuten zachtjes stoven. Breng met zout en gemalen peper op smaak. Serveer ze op een schaal en bestrooi nog met blaadjes koriander, sesamzaadjes en chilipeper.

 

Print pagina

Thaise Macaroni 4 personen

400 g macaroni

zout

400 g gepelde grote garnalen (scampi)

4 lente-uitjes

3 uien, fijngehakt

2 eetl. zonnebloemolie

2 tomaten in blokjes gesneden

3 eetl. tomatenpuree

2 eetl. aromat

2 teentjes knoflook

2 eetl. sojasaus

1 theel H&J’s sambal

geraspte kaas en gesneden koriander of bieslook, naar wens



Bereiding.

  1. Kook de macaroni in 6 tot 8 minuten beetgaar in kokend, gezouten water, laat uitlekken. Snijd de garnalen op de rug in, zodat ze platter worden. Snijd de lente-uitjes in stukjes van 2,5 cm.
  1. Bak de uien goudgeel in de olie. Voeg de tomaat, tomatenpuree, aromat, fijn gehakte knoflook en sojasaus toe en roer alles goed om. Dek de pan af en laat het mengsel 2 minuten pruttelen.
  1. Voeg de garnalen toe en roerbak 2 minuten. Schep het garnalenmengsel en de lente-uitjes door de uitgelekte macaroni en breng op smaak met peper. Serveer het warm en bestrooi naar wens met geraspte kaas, afgarneren met koriander of bieslook.

         Rad Na Nua Sab

Print pagina

Ajam Paniki. 4 personen

700 g kipdijfilet (of drumsticks)
250 ml kokosmelk
4 sjalotten
4 tenen knoflook
2 theelepels h&j’s sambal
1 stengel sereh
3 salam bladeren (Indisch laurier)
1,5 el limoensap
2 tl gula djawa (of bruine suiker)
2 tl djahé
1 tl laos



Bereiding.

  • Snijd 700 gr kipdijfilet in hapklare stukjes. Voeg een flinke scheut zout toe en meng goed door elkaar.
  • Bak de kipdijen op middelhoog vuur enkele minuten in een scheut olie tot ze rondom wit zijn. De kip hoeft nog niet gaar te worden.
  • Maak ondertussen de boemboe met gebruik van (de kom van) de staafmixer of keukenmachine. Mix 3 sjalotten, 4 tenen knoflook, sambal , 2 tl djahé, 1 tl laos en 2 tl gula djawa. Mix tot een gladde pasta.
  • Voeg de boemboe toe bij de kip en roer goed door elkaar. Voeg het sap van een halve limoen toe (1,5 el).
  • Voeg 250 ml dikke kokosmelk toe met een stengel sereh en 3 salam bladeren.
  • Laat het geheel nu 30 minuten met deksel op de pan sudderen. Haal na 30 minuten de deksel van de pan en laat nog zo’n 15 minuten zonder deksel indikken. Selemat makan

Print pagina

Ikan Goreng. 4 personen

800 gram stevige vis zoals bv. Kabeljauw, schelvis of zeeduivel.

Zout

sap van 2 limoenen

1 ½ eetlepel maisolie

5 dl olie om te frituren

2 eetlepels maizena

1 theelepel bakpoeder

5 eetlepels tarwebloem

1 eetlepel ketjap asin

chilisaus (zie recept)



Bereiding.

1. Snij de vis in ongeveer 5 cm grote stukken, bestrooi ze met zout en bedruppel ze met de helft van de limoen sap, laat dit een kwartiertje staan.

2. Vermeng ondertussen 1 ½ eetlepel olie met de tarwebloem, maizena, bakpoeder, ketjap en 8 eetlepels warm watergoed met elkaar.

3. Verhit de olie in een braadpan of frituurpan op hoog vuur. Dep de vis droog en haal de vis door het beslag. Bak de vis in gedeeltes goudbruin anders gaat het aan elkaar plakken. Laat de vis uitlekken op keukenpapier. Bedruppelen met de overgebleven limoensap naar smaak en serveren met chilisaus en witte rijst en atjar.

Print pagina

Ajam Pangang 4 personen

1 ½ kg panklare braadkip
6-8 lente-uien
4 teentjes knoflook
2-3 stengels sereh (citroengras)
5 kemirinoten
1 theel. trassi (garnalenpasta)
1-2 theel. sambal badjak
1 theel. kurkuma (geelwortel)
2 theel. ketoembar (koriander)
1 theel. djinten (komijn)
ketjap asin
6 eetl. zonnebloem- of maïsolie
4-5 dl kokosmelk (blik/pak) ongezoet



Bereiding.

1. Halveer de kip langs het borstbeen en aan de rugzijde, spoel haar goed af en dep haar droog. Maak de lente-uienschoon, was ze en snijd ze in ringetjes.
Pel de knoflooktenen en pers ze uit. Hak de verdikte onderkant van de sereh klein. Rasp de kemirinoten en druk vervolgens met de achterkant van een lepel de trassi fijn.
2. Vermeng de voorbereide groenten met alle kruiden en ketjap tot een egale, lobbige pasta. Warm de oven voor op 200 °C.
3. Verhit 2 eetlepels olie in een flink grote, ondiepe ovenschaal. Bak hierin onder geregeld roeren de kruidenpasta op matig vuur circa 1 minuut aan. Voeg
de kip toe met de kokosmelk en laat het geheel afgedekt in circa 25 minuten garen.
4. Neem na de braadtijd de kipdelen uit de saus. Schenk wat olie in de braadslee, wrijf met de rest de kip helften grondig in en laat ze met het vel
naar boven in de voorverwarmde oven circa 35 minuten bakken tot het vel krokant en goudbruin is geworden.

5. Laat intussen de saus op matig vuur en zonder deksel iets inkoken. Neem de krokante kip uit de braadslee, verdeel haar in redelijke stukken en leg deze op een met bananenblad belegd bord.
Serveer hierbij de saus, kroepoek, rijst

Print pagina

Roedjak 4 personen

1 eetlepel tamarindemoes

½ theelepel trassi

3 zoetzure appels

1 rijpe mango

1 sinaasappel

½ verse ananas

1 komkommer

1 theelepel HJ’s sambal djeruk

4 eetlepels ketjap manis

100 gram palmsuiker



Bereiding.

1. Week de tamarinde en de trassi in een kom met 1 ½ warm water en roer af e toe door.

2. schil al het fruit dat heeft geen uitleg nodig, snij al het fruit in blokjes van ongeveer 1 ½ cm, sinaasappel in partjes. Komkommer ook schillen een ontlijsten en in dunne reepjes snijden. Doee dit alles in een ruime kom.

3. Roer de tamarinde en de trassi los in het week water tot dat het een egale pasta is, wrijf dit door een zeef en vang de sap op, vermeng de sap met sambal, ketjap en suiker.

4. Schenk deze saus over de vruchtensalade en schep dit goed om.

Print pagina

Varkensvlees in zoetzure saus. 4 Pers

600 gram buikspek met zwoerd

½ theelepel zout
3 theelepels rijstwijn of droge sherry
I losgeklopt ei
1 middelgrote groene paprika
60 gram bamboescheuten
2-3  lente-uitjes
4 teentjes knoflook
125 gram maïzena
olie voor de frituur
2 theelepels sesamolie

ZOETZURE SAUS:
2 eetlepels suiker
1 eetlepel olie om te bakken
3 eetlepels bruine azijn (Chinkiang)
1,25 dl kippenbouillon
zout en peper
1 theelepel maizena



Bereiding.

Snijd het zwoerd met een scherp mes kruislings in, snijd dan het
vlees in blokjes, elk met een stukje zwoerd. Schep om in een kom
met zout, rijstwijn en ei en laat even staan.
Snijd de paprika door, verwijder zaadlijsten, steel en zaadjes en
snijd in vierkantjes. Snijd de bamboe in dunne plakjes, de lente ui in
ringetjes en hak de knoflook fijn.
Doe de maizena in een plastic zak en schud daarin het vlees zodat het gelijkmatig bedekt wordt. Doe het over in een vergiet en
schud het overtollige meel af.
Verhit de olie in de wok tot ze rookt en frituur het vlees gedurende 1 minuut
, temper het vuur, laat nog ongeveer 3 minuten bakken tot het gaar is en knapperig van buiten. Neem het vlees eruit en laat het uitlekken.
Giet de olie af en veeg de wok schoon. Giet 2 eetlepels olie terug en
bak daarin al roerend paprika, bamboe, uitjes en knoflook gedurende 1/2 minuut. Voeg het vlees toe, schep goed door en doe alles dan over op een bord.
Giet de suiker en de olie van de saus in de wok en laat koken tot
ze karamel bruin wordt, zo weinig mogelijk roeren. Voeg de overige
sausbestanddelen toe en breng al roerend aan de kook
Voeg vlees en groenten weer toe, roer totdat de saus goed aankleeft. Besprenkel met sesamolie alvorens op te dienen.

Print pagina

Roti met gele erwten vulling.

Ingrediënten voor de vulling:

300 g dahl (gele spliterwten)
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 Madam Jeannette peper
mespunt kurkuma
zout naar smaak
2 el zonnebloemolie

ingrediënten roti: 

1 kg zelfrijzend bakmeel
700 ml water
1 theelepel zonnebloemolie
Blok boter (roomboter)



Bereiding vuling.

Was de 300 gram dahl. Kook de dhal zacht, maar let wel op dat ze nog stevig zijn in de structuur. Laat de dhal helemaal afkoelen en vermaal de spliterwten helemaal fijn in een mixer. Schil de knoflook teentjes en ui. Doe de knoflook teentjes, ui en peper in een mixer en mix het mengsel fijn. Doe een scheutje olie in de pan. Bak het mengsel van knoflook, ui en peper lichtbruin. Voeg de dahl toe en schep goed om. Voeg vervolgens de kurkuma en twee theelepels zout toe aan het mengsel. Schep het mengsel gedurende 5 minuten op een midden hoog vuur om en laat vervolgens het mengsel helemaal afkoelen. De vulling moet helemaal koud zijn voordat de roti’s worden gevuld omdat er anders een kans bestaat dat de roti’s kapot zullen gaan tijdens het vullen.

Bereiding roti:

Doe de 1 kg zelfrijzend bakmeel in een kom. Voeg dan ongeveer 400 ml lauw warm water toe. Kneed het deeg goed. Als u merkt dat het deeg nog droog aanvoelt (of er niet uitziet zoals bij afbeelding 2) dan voegt u er meer water aan toe totdat het eruit ziet zoals op afbeelding 2 is weergegeven. Voeg de theelepel zonnebloemolie toe en kneed deze goed in het deeg. De zonnebloemolie zorgt ervoor dat het deeg lekker zacht wordt. Als het deeg goed gekneed is moet hij ongeveer 30 minuten rijzen. Leg een droge en schone theedoek over de bak heen. Nadat het deeg heeft kunnen rijzen maak je ongeveer 20 balletjes uit het deeg. Besmeer het aanrecht met een dun laagje bakmeel zodat de balletjes niet aan het aanrecht blijven plakken. Pak een bolletje en hol deze uit zoals aangegeven bij stap 3. Draai het bolletje om zodat er een kuiltje in je hand ligt, zie stap 4. Neem een eetlepel met vulling (mag ook minder) en doe die in het kuiltje, zie stap 5. Maak dan de het bolletje dicht zoals op stap 6 is weergegeven. Druk het puntje wat omhoog steekt plat zodat er weer een mooie ronde bal ontstaat. Strooi dan wat meel over je werkblad en rol de roti voorzichtig met een deegroller plat, zie stap 7. Neem een platte koekenpan en laat deze op zacht tot middelmatig vuur staan. Doe de roti in de pan, zie stap 8. Na 1 minuut draai je de roti om en besmeer je hem helemaal in met boter. Goed de randen meenemen. Na 1 minuut draai je de roti om en besmeer je de andere kant met boter. Ook deze na 1 minuut weer omdraaien. Als de roti mooi bruin is zoals op de hoofdafbeelding is weergegeven is de roti klaar. De pan moet droog blijven, dus als de pan vettig wordt door de boter neemt u de pan af met een keukenrol.

Print pagina