Thaise Tom Kha Kai 4 personen

500 g kippendijen, dun gesneden (dijen voor die juicy bite)  

400 ml kokosmelk (volle bak, geen light onzin)  

500 ml kippenbouillon (zelf getrokken of topkwaliteit)  

2 stengels citroengras, gekneusd en gehakt  

4 cm galangal, in plakjes (Thaise gember, geen gewone troep)  

5 kaffirlimoenblaadjes, gescheurd voor de geur-bom  

2-3 rode chili’s, in ringetjes (meer pit? Gooi er meer in)  

3 el vissaus (umami to the max)  

1 el palmsuiker (bruine suiker mag ook)  

Sap van 2 limoenen (vers, anders skippen)  

200 g oesterzwammen, gescheurd (of shiitake voor een twist)  

1 rode paprika, in reepjes (kleur en crunch, baby)  

Kokosolie om te bakken (vibe check)

Dimitri’s Unieke Twists (hier ga je voor vallen)

1 el witte misopasta (Japanse umami-hack, sneaky goed)  

Scheutje sesamolie (Koreaanse nootachtige touch)  

Snufje yuzu kosho (Japanse citrus-chili power, fris en fel)

Garnering (want het oog eet mee)

Verse korianderblaadjes  

Thaise basilicum (of gewone als je moet)  

Geroosterde sesamzaadjes (crunch time)  

Paar druppels chili-olie (doe het, trust me)




Bereiding.

    Kip op smaak brengen:

    Flikker die kipreepjes in een kom met 1 el sojasaus, 1 tl geraspte gember en 1 gehakt knoflookteentje. Laat 15 minuten marineren terwijl jij de rest regelt. Chinese move, Jet Tila-approved.

    Aromaten losgooien:

    Hit een scheut kokosolie op in een grote pan, middelhoog vuur. Citroengras, galangal en kaffirblaadjes erin—2 minuten bakken tot je keuken ruikt als een Thaise tempel. Niet laten aanbranden, gewoon de geuren vrijlaten.

    Basis leggen:

    Giet de bouillon en kokosmelk erbij, roer en breng aan de kook. Zodra het bubbelt, vuur laag en 10 minuten laten pruttelen. Hier begint de soep te shinen.

    Kip en groenten droppen:

    Kip, oesterzwammen en paprika erin. 8-10 minuten sudderen tot de kip gaar is en de groenten nog bite hebben. Slappe zooi? Niet bij mij.

    Smaak fixen:

    Vissaus, palmsuiker, limoensap, miso pasta en een scheut sesamolie erdoor roeren. Proeven! Zoet, zuur, zout en umami moeten knallen. Te scherp? Beetje suiker. Te tam? Extra vissaus. Jij bepaalt.

    De Dimitri-twist:

    Snufje yuzu kosho erin voor een frisse, pittige uppercut. Japanse vibes die deze soep legendarisch maken.

    Serveren als een baas:

    Schep in kommen, pimp met koriander, basilicum, sesamzaadjes en chili-olie. Zet neer met een smirk, want je hebt goud in handen.

    Dimitri’s Pro Tips

    Vegan move: Kip en vissaus skippen, tofu en sojasaus erin. Bam, geregeld.  

    Extra crunch: Bak wontonreepjes krokant en strooi erover. Game changer.  

    Sidekick: Jasmijnrijst of een Thais broodje om te dippen.  

    Dag erna: Warm op met een scheut kokosmelk, smaken worden alleen maar dieper.

    Waarom Dit Recept Alles Sloopt

    Deze Tom Kha Kai is Thais tot in z’n ziel, maar met een Dimitri-draai die het uniek maakt. Miso en yuzu kosho brengen Japanse finesse, sesamolie een Koreaanse knipoog, en de rest is pure Thaise klasse. Geïnspireerd door David Thompson’s precisie, Jet Tila’s bravoure en Sujet Saenkham’s roots heb ik een soep neergezet die je warm houdt én verrast. Dit is geen eten, dit is een avontuur.

    Dus hup, keuken in, gooi wat dikke tunes aan en maak deze Tom Kha Kai. Post je kunstwerk op X en tag 

    @DimitriVistick

    —ik wil zien hoe jij dit rockt. Eet smakelijk, legends! 🍲💥

    Print pagina

    Babi Pangang 4 personen

    1 kg varkensschouder (malser dan die klassieke varkensbuik, trust me)

    3 el sojasaus (geen goedkope troep, ga voor kwaliteit)

    2 el Shaoxing rijstwijn (of droge sherry als je even krap zit)

    1 el vers geraspte gember (poeder is geen optie, we doen dit echt)

    3 teentjes knoflook, fijngehakt (vers, altijd vers)

    1 tl Chinees vijfkruidenpoeder (de magic touch)

    1 el honing (voor die sticky perfectie)

    1 tl sesamolie (umami in een druppel)

    Zout en peper (naar smaak, maar wees niet te voorzichtig)

    Voor de zoetzure saus:

    100 ml rijstazijn (subtiele scherpte, precies wat we willen)

    100 g bruine suiker (diepte in je saus, baby)

    3 el ketchup (ja, echt – blijf bij me)

    2 el sojasaus

    1 el tomatenpuree (voor extra body)

    100 ml ananassap (de tropische gamechanger)

    1 rode chilipeper, fijngehakt (optioneel, voor de daredevils)

    1 teentje knoflook, fijngehakt

    1 tl maïzena, opgelost in 2 el water (voor die silky finish)

    Garnering:

    Verse koriander, grof gehakt (frisheid in je face)

    Lente-ui, in ringetjes (crunch en kleur)

    Sesamzaadjes (voor de insta-vibes)

    Serveren met:

    Gestoomde jasmijnrijst of gebakken noedels 




    Bereiding.

    Snijd die varkensschouder in plakken van 1,5 cm dik. Perfecte balans, niet te dun, niet te dik.

    Meng in een kom de sojasaus, rijstwijn, gember, knoflook, vijfkruidenpoeder, honing en sesamolie. Dit is je marinade, en het is pure gold.

    Gooi het vlees erin, masseer het goed in, dek af en laat het minimaal 2 uur marineren in de koelkast. Wil je echt next level? Laat het een nachtje staan. Geduld is je vriend hier.

    Stap 2: Sous-vide (optioneel, maar waarom niet?)

    Heb je een sous-vide apparaat? Gebruik het! Vacumeer dat gemarineerde vlees en gaar het 4 uur op 65°C. Het resultaat is zo mals dat je niet weet wat je overkomt.

    Geen sous-vide? Geen paniek, we roosteren het gewoon. Maar als je het hebt, doe het – het tilt alles naar een ander universum.

    Stap 3: Rooster het vlees

    Verwarm je oven voor op 220°C. We gaan voor heet en knapperig.

    Leg het vlees op een rooster met een bakplaat eronder (voor het vet, je weet wel). Pro tip: smeer er wat extra honing overheen voor die glanzende korst.

    Rooster 25-30 minuten tot het goudbruin en crispy is. Halverwege omdraaien voor die perfecte finish.

    Laat het 5 minuten rusten (chill, het is het waard) en snijd het dan in dunne reepjes. Showtime!

    Stap 4: Maak de zoetzure saus

    Pak een pannetje, zet het op middelhoog vuur.

    Gooi erin: rijstazijn, bruine suiker, ketchup, sojasaus, tomatenpuree, ananassap, chilipeper (als je ballen hebt) en knoflook.

    Laat het 5 minuten bubbelen, roer af en toe – we willen geen chaos in de pan.

    Roer het maïzena papje erdoor tot de saus dik en glossy is. Dit is je meesterwerk.

    Stap 5: Serveer als een baas

    Leg die krokante varkensreepjes op een schaal. Maak het mooi, want presentation is everything.

    Drizzle die zoetzure saus erover, of serveer het apart voor de dippers onder ons.

    Top af met koriander, lente-ui en sesamzaadjes. Het is niet alleen decoratie, het maakt het af.

    Serveer met jasmijnrijst of gebakken noedels. Extra punten? Combineer met een koude Tsingtao.

    Waarom dit recept je leven verandert

    Dit is babi pangang zoals je het nog nooit hebt gehad. Het is bold, het is flavourful, en het heeft attitude:

    Varkensschouder: Malser dan de usual varkensbuik, want we doen het anders.

    Sous-vide: Optioneel, maar het maakt het vlees insane juicy.

    Ananassap: Een tropische twist die de zoetzure saus naar de top brengt.

    Roosteren: Knapperig zonder frituurvet – je keuken blijft fris.

    Verse kruiden: Koriander en lente-ui maken het next level.

    Dit is mijn ode aan de Chinese roots, maar met een Dimitri-twist die het helemaal van nu maakt. Dus, waar wacht je op? Get cooking, en vergeet niet te flexen met #DimitriVistickEats. Let’s go!

    Print pagina

    Risotto met Paddestoelen 4 personen

    300 gram Arborio- of Carnaroli-rijst. Geen discussie, geen ander type. Dit is risotto, niet je oma’s rijstepap.

    50 gram gedroogde porcini. Ja, die dure. Wil je umami of een flauwe hap?

    200 gram verse paddenstoelen. Mix it up: shiitake, oesterzwammen, wat je kunt scoren. Geen champignons uit blik, alsjeblieft, dit is geen studentenhuis.

    1 liter groentebouillon. Zelfgemaakt als je een held bent. Anders koop je de beste die je vindt en pimp je ‘m met paddenstoelensteeltjes en wat gedroogde porcini.

    1 middelgrote ui, fijngesnipperd. Huil maar even, het is voor een goed doel.

    2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden. Vampiers mijden je keuken, extra bonus.

    100 ml droge witte wijn. Gebruik iets wat je ook zou drinken. Die fles die al een jaar openstaat? Weg ermee.

    50 gram boter. Echte boter, geen margarine. We zijn hier niet aan het lijnen.

    50 gram Parmezaanse kaas, vers geraspt. Geen voorgeraspte troep, dat smaakt naar karton.

    Olijfolie, zout, peper, en een takje tijm als je je fancy voelt.



    Bereiding.

    Bouillon prep: Week de gedroogde porcini 20 minuten in 250 ml heet water. Zeef dat weekwater (dat is vloeibaar goud, gooi het niet weg!) en mik het in je bouillon. Hak de geweekte porcini grof. Zet de bouillon op laag vuur en hou ‘m warm. Koud = doodzonde.

    Paddenstoelen bakken: Snijd de verse paddenstoelen in plakjes. Verhit een scheut olijfolie in een pan tot het sist als je er een druppel water in gooit. Bak de paddenstoelen met een teentje knoflook en wat tijm tot ze goudbruin zijn. Niet stoven, bakken! Je wilt knapperig, niet een natte krant. Voeg de geweekte porcini toe, bak nog een minuut. Zet apart.

    Ui en knoflook: Grote pan, scheutje olijfolie, bak de ui tot glazig. Gooi de knoflook erbij, bak een minuut mee. Niet verbranden, anders smaakt het naar as en daar wordt niemand blij van.

    Rijst: Mik de rijst in de pan. Roer tot elke korrel glanst van de olie. Dit is geen optionele stap, doe het goed.

    Wijn: Blus af met de witte wijn. Roer tot het verdampt is. Ruik je het nog? Dan ben je niet klaar.

    Bouillon toevoegen: Nu begint het echte werk. Voeg een pollepel bouillon toe, roer tot het opgenomen is. Herhaal dit 18-20 minuten lang. schud alsof je leven ervan afhangt, maar wel met een glimlach. Geen klontjes, geen aangebrande bodem, capisce?

    Paddenstoelen erin: Halverwege mik je die gebakken paddenstoelen erbij. Roer door, laat die smaken fuseren.

    Afmaken: Rijst al dente? Haal van het vuur. Klont boter erin, Parmezaan erover. Roer tot het romig is. Proef: te flauw? Meer kaas. Te droog? Beetje bouillon. Jij bent de baas.

    Serveren: Schep op borden, strooi er wat extra Parmezaan overheen en drizzle olijfolie als je je chic voelt. Eet meteen, risotto wacht op niemand.

    Dimitri’s Tips:

    Roertechniek: Geen half werk. Je arm hoort pijn te doen aan het eind – dat is het teken van een top-risotto.

    Paddenstoelen: Bak ze apart, altijd. Anders worden het sponzen en dat wil je niet.

    Wijn: Neem een slok terwijl je kookt. Het helpt, trust me.

    Zo, nu heb je geen excuus meer om een middelmatige risotto te serveren. Ga, kook, en maak me trots. En als het mislukt? Niet mijn schuld. Je hebt vast niet goed en te hard geroerd.

    Print pagina

    Zuppa di Pomodoro 4 personen

    1 kg San Marzano-tomaten (of andere knetterrijpe jongens, geen flauwe kasdingen)  

    1 dikke ui, fijngehakt  

    3 tenen knoflook, klein beetje pletten en hakken  

    2 stengels bleekselderij, fijngehakt (geen must, maar geeft pit)  

    1 wortel, ook fijngehakt (voor die sneaky zoetigheid)  

    4 eetlepels olijfolie, extra vergine, het goeie spul  

    Zout en peper, flinke draai uit de molen  

    Handvol basilicum, vers, scheur die blaadjes kapot  

    1 liter groentebouillon of water (bouillon wint)  

    Optioneel: scheut room of klodder crème fraîche, als je luxe wil gaan




    Bereiding.

    Tomaten opfokken: Oven op 200°C. Snijd je tomaten doormidden, leg ze met de kont omhoog op een bakplaat, druppel er 2 eetlepels olijfolie overheen, zout, peper. Rooster die krengen 30 minuten tot ze zoet en sticky zijn. Geen tijd? Skip dit, maar je mist wat magie.  

    Aromaten aanzweten: Pak een dikke pan, 2 eetlepels olijfolie erin, middelvuurtje. Gooi ui, knoflook, selderij en wortel erin. Fruit dat spul 10 minuten zachtjes tot het glanst, maar laat het niet verkleuren – zwart is voor amateurs.  

    Tomaten erin smijten: Geroosterd of rauw, hop, de tomaten de pan in. Roer even, laat die smaken dansen.  

    Sudderen als een baas: Bouillon of water erbij, aan de kook brengen, dan vuur laag. Laat het 30 minuten pruttelen, tot je huis ruikt alsof je in Napels woont.  

    Blender-time: Staafmixer erin. Hou het grof als je ballen hebt, of maak het glad als je chic wil doen.  

    Pimpen: Proef, zout en peper erdoor tot het klopt. Basilicum erin scheuren, nog 2 minuten laten trekken.  

    Extra decadentie: Scheutje room erdoor als je je innerlijke diva wil laten spreken.  

    Opdienen: In een kom, druppel olijfolie erover, paar basilicumblaadjes erop, en een dikke homp ciabatta ernaast om te soppen.

    Tips van de meester (aka ik)

    Tomaten zijn alles: Shit tomaten = shit soep. San Marzano of iets vers van de markt, anders niet zeuren.  

    Low & slow: Laat die smaken tijd nemen, haast verknalt alles.  

    Dag twee is beter: Maak dit een dag eerder, warm op, en je hebt next-level spul.

    Shoutout naar de groten

    Bottura’s geniale twist: dat roosteren, pure klasse.  

    Contaldo’s vibe: verse basilicum en tomaten waar je u tegen zegt.  

    Bastianich’s wijsheid: seizoensshit rules.

    Dit is geen soep, dit is een statement. Eet smakelijk, of zoals die Italianen brallen: Buon appetito, stronzo!

    Print pagina

    Hutspot uit Madrid 8/10 Prs

    330 g gedroogde kikkererwten.

    200 g rookspek, in 3 even grote stukken gesneden.
    1 varkenspoot.
    500 g runder- of kalfsschenkel, aan één stuk.
    1 soepkip van circa 2 kg.
    1 bouquet garni van 3 takjes verse tijm, 3 takjes
    peterselie, 1 laurierblad, 2 tot 3 kruidnagels en
    een paar peperkorrels.
    125 g serranoham, aan één stuk.
    125 g bloedworst.
    3 liter water, plus 1,25 dl water.
    4 vaste aardappels, geschild en in blokjes gesneden.
    3 preien, met het malse groen, in plakjes gesneden
    3 wortels, geschild en in dikke plakjes gesneden.
    2 middelgrote meirapen, geschild en in acht stukjes verdeeld.
    100 g rondkorrelige witte rijst of 45 g gebroken eiermie.
    zout en versgemalen peper naar smaak.
    300 g chorizo.
    1 tot 2 eetlepels olijfolie
    300 g grof gehakte wittekool.




    Bereiding.

    Verwijder eventuele ongerechtigheden uit de kikkererwten.

    Spoel ze onder de koude kraan, doe ze in
    een kom en giet er zo veel koud water over dat ze
    onderstaan. Laat een nacht in de koelkast weken.
    Giet de kikkererwten de volgende dag af en doe
    ze in een grote, diepe pan. Voeg het spek toe.
    Breng een voor driekwart gevulde pan water aan
    de kook. Doe er de varkenspoot, runder- of kalfs-
    schenkel en de kip in en blancheer ze 5 minuten.
    Neem ze uit de pan en doe ze vervolgens in de pan
    met de kikkererwten.
    Doe de ingrediënten voor het bouquet garni in
    een stuk neteldoek, breng de hoeken samen en bind
    met keukengaren op tot een kruidenbuiltje. Doe dit
    bouquet garni, de ham, bloedworst en de 3 liter
    water in de pan en breng aan de kook op een hoog
    vuur. Draai het vuur laag en schep er naar boven
    drijvend schuim af. Leg het deksel ор de pan en laat
    circa 2,5 uur stoven tot de vleessoorten botergaar
    zijn en van de botten loskomen.
    Voeg de aardappels, prei, wortels en meiraapjes toe
    nog circa 35 minuten stoven tot de groenten
    gaar zijn.
    Neem de vleessoorten uit de pan en snijd ze in
    blokjes. Zet weg.
    Schep 1,5 liter kooknat uit de pan en giet in een
    andere pan. Bren aan de kook en voeg de rijst of mie
    toe. Kook de mie in een aantal minuten gaar en de
    rijst in circa 20 minuten. Breng op smaak met zout
    en peper.
    Prik de chorizo hier en daar in met een vork. Bak
    de chorizo in de olijfolie in een grote koekenpan op
    een middelhoog vuur, waarbij je de worst af en toe
    omdraait, tot hij bruin is. Voeg de kool en de 1,25 dl
    water toe en laat circa 8 minuten zachtjes koken tot
    de kool gaar en de chorizo doorgewarmd is. Neem
    de chorizo uit de pan en snijd hem in plakjes.
    Schep voor het serveren de kikkererwten en
    groenten met een schuimspaan uit het kooknat en
    schep ze in het midden van een grote, diepe dienschaal.

    Schik er de vleessoorten op en gooi de botten weg.

    Schep er wat kooknat over om het geheel
    een beetje sappig te maken. Serveer de rijst of mie
    met bouillon als eerste gang, dan de chorizo en kool
    als tweede gang en ten slotte de kikkererwten,
    groenten en het vlees als derde gang.

    Print pagina

    Kip Piri-Piri 4 personen

    90 gr grof gehakte verse pikante rode
    chilipepers.
    5 tenen knoflook, fijngehakt.
    1 theelepel zout.
    2,5 dl olijfolie.
    4 eetlepels witte-wijnazijn.

    1 theel organo.
    1 theel gerookte paprika.

    sap van halve citroen.

    2 theel cayennepeper

    800 gr kippendijen



    Bereiding.

    Doe voor de saus de chilipepers, knoflook, het

    zout, 1/3 olijfolie en azijn in een pot met een goed
    sluitend deksel en schud. Zet circa 1 week in de
    koelkast. (je hebt
    niet alle saus nodig, het is tot 2 maanden in de koel-
    kast te bewaren.) Schud goed voor het gebruik.
    Doe de knoflook, gerookte paprika, oregano, citroensap, cayennepeper, overige olijfolie en chilipepers in een blender en vermaal het tot een saus. Wrijf
    dit mengsel over de kippendijen en doe ze in een kom.
    Dek de kom af en zet 4 uur in de koelkast.
    Verwarm de grill voor of maak een houtskool-
    vuur. Neem de kippendijen uit de marinade en bewaar
    de marinade. Rijg de kip aan metalen pennen
    Bestrooi met zout. Grill of rooster ze tot dat ze gaar zijn waarbij je ze één keer omdraait en
    een paar keer met de marinade bedruipt.
    Schik de spiesjes in een dienschaal en garneer met
    de partjes citroen. Serveer met brood of patat en geef er de
    piri-piri-saus apart bij om de kip in te dopen.

    Print pagina