1: Pel de sjalotjes en knoflook en snipper ze, schil de gember en rasp hem fijn. Snijd de schoongemaakte worteltjes in reepjes van 1 cm breed.
2. Verhit in een grote braadpan de olie en bak hierin de sjalot, knoflook en gember 2 tot 3 minuten op matig vuur. Haal hier 1 eetlepel vanaf en leg dat weg. Voeg de wortel toe en laat dat 5 minuten meebakken. Roer de kool/paksoy en sambal er door en voeg na 3 minuten bakken de bouillon toe. Roer goed door en breng weer aan de kook.
3. Doe ondertussen het gehakt in een kom. Voeg die achtergehouden uien gember mix toe met het eiwit en de maizena, breng op smaak met koriander, sereh, peper en zout en kneed het gehakt. Vorm daar ongeveer 20 balletjes van.
4. Voeg de balletjes aan de soep toe, wanneer die kookt temper dan het vuur tot laag. Laat de balletjes 5 minuten trekken. Voeg tenslotte de ketjap en eiermie toe en laat de mie beetgaar worden. Klein beetje suiker erbij en voor het serververen de taugé toevoegen, garneren met gebakken uitjes.
500 gram varkensbuik – Ja, met vet, want dat is waar de magie gebeurt. Bang voor vet? Dan is dit recept niet voor jou. Ga maar een salade maken.
100 ml ketjap manis – De zoete held van dit gerecht.
50 ml ketjap asin – Voor die zoute kick.
4 teentjes knoflook – Fijngehakt. Geen knoflookpers, please. We zijn hier om te koken, niet om te prutsen.
2 cm verse gember – Geraspt. Vers, want we doen niet aan poeder vandaag.
Sap van 1 limoen – Frisheid is key.
1 theelepel sambal oelek – Of meer als je van pit houdt. Ik zeg meer.
2 steranijs – Voor die mysterieuze, kruidige ondertoon.
1 theelepel gemalen laos – Of 2 cm verse laos in plakjes, als je fancy wilt doen.
1 eetlepel bruine suiker – Optioneel, voor extra zoetheid. Ik zeg: doe het.
200 ml water – Gewoon kraanwater. Geen spa rood, geen kokoswater. Gewoon water.
2 eetlepels olie – Arachideolie of zonnebloemolie. Olijfolie? Nee, dit is geen Italiaans gerecht.
Zout en peper – Naar smaak, maar wees niet te zuinig.
Verse koriander of peterselie – Voor de garnering. Maakt het Instagram-waardig.
Bereiding
1. Marinade bereiden
Oké, mensen, dit is waar de magie begint. Pak een grote kom en gooi daar de ketjap manis, ketjap asin, fijngehakte knoflook, geraspte gember, limoensap, sambal oelek, steranijs, laos en bruine suiker in. Roer het door elkaar tot het een prachtige, geurige marinade is. Snuffel er even aan – dat is de geur van succes.
Voeg nu de blokjes varkensbuik toe en zorg dat elk stuk volledig bedekt is met deze goddelijke saus. Dek de kom af en zet het in de koelkast. Laat het minstens 1 uur marineren, maar als je slim bent, doe je dit de avond van tevoren. Ik laat het een hele nacht staan en dat is hemels. Geduld is een schone zaak, foodies.
2. Vlees aanbraden
Verhit de olie in een grote stoofpan of wok op middelhoog vuur. Haal het vlees uit de marinade (bewaar die marinade, dat is vloeibaar goud!) en braad de blokjes in batches aan. Niet te veel vlees tegelijk in de pan, anders wordt het een stoofpotje in plaats van mooi bruin. We willen die karamelisatie, die crunch, die umpf. Ongeveer 3-4 minuten per kant, tot ze een gouden korstje hebben. Herhaal tot al het vlees is aangebraden. En ja, je mag tussendoor een stukje proeven. Ik doe het ook.
3. Stoofproces
Doe al het aangebraden vlees terug in de pan. Voeg de bewaarde marinade toe, samen met 200 ml water. Breng het geheel aan de kook, en zet dan het vuur laag. Deksel erop en laat het sudderen. Hoe lang? 45-60 minuten, tot het vlees zo mals is dat het uit elkaar valt als je ernaar kijkt. Roer af en toe, zodat je kunt genieten van de heerlijke geuren die uit de pan komen. En om te checken of het niet aanbrandt – dat zou zonde zijn.
De laatste 10-15 minuten haal je de deksel eraf om de saus te laten inkoken. We willen een stroperige, glanzende saus die aan je lepel blijft plakken. Als de saus te dun is, laat je het langer inkoken. Te dik? Voeg een scheutje water toe. Koken is geen exacte wetenschap, het is een kunst.
4. Afwerking
Proef de saus. Is het perfect? Waarschijnlijk wel, maar voeg indien nodig wat zout en peper toe. Garneer met verse koriander of peterselie voor die frisse touch en om je volgers op Instagram jaloers te maken.
5. Serveren
Schep de babi ketjap op een bord naast een berg gestoomde rijst. Serveer met atjar tjampoer voor die zoetzure balans en strooi wat gebakken uitjes erover voor extra crunch. Dat is de kers op de taart, of in dit geval, de uitjes op de babi ketjap.
Dimitri’s Tips voor de Ultieme Smaak
Vleeskeuze: Varkensbuik is de bom! Dat vet smelt weg en maakt alles smeuïg en rijk. Maar als je een watje bent en bang voor vet, kun je varkensschouder gebruiken. Het zal minder spectaculair zijn, maar hé, jouw leven, jouw keuzes.
Marinadetijd: Een nacht marineren is ideaal. De smaken trekken diep in het vlees en je krijgt een high-five van je smaakpapillen. Maar als je haast hebt, een uur kan ook. Het zal nog steeds lekker zijn, maar niet ultiem.
Sausconsistentie: De saus moet dik en glanzend zijn, als een goede lakverf (maar dan eetbaar). Te dun? Laat het langer inkoken. Te dik? Voeg een scheutje water toe. Vertrouw op je instinct.
Extra kruiden: Wil je nog meer diepte? Gooi er een kaneelstokje of een paar kruidnagels bij tijdens het stoven. Haal ze er wel uit voor het serveren, anders bijt je straks op een kruidnagel en dat is geen pretje.
Tot slot, foodies, dit recept is een ode aan de Indonesische keuken. De zoete ketjap manis, de zoute ketjap asin, de mysterieuze kruidigheid van steranijs en laos – het is een symfonie van smaken die je niet snel zult vergeten. Dus, nodig je vrienden uit, zet een pan op het vuur en laat de magie gebeuren. En vergeet niet: koken is leuk, dus lach om je fouten en geniet van het proces. Selamat makan – eet smakelijk!
Zout naar smaak – Proeven, proeven, proeven, altijd proeven!
Voor de Bumbu (Kruidenpasta):
6 sjalotten – Kleine uitjes, bomvol smaak.
4 teentjes knoflook – Meer knoflook, meer vreugde!
4 kemiri (candlenoten) – Vergeet deze niet, dat is het geheim!
2 cm verse kurkuma (of 1 tl kurkumapoeder) – Vers is top, poeder mag ook.
2 cm gember – Nog meer gember, want gember is leven!
1 tl korianderzaad – Even kneuzen voor je het gebruikt, trust me.
½ tl komijnzaad – Voor die aardse toon, heerlijk.
2 el plantaardige olie – Om te fruiten, want dat gaan we doen!
Voor de Garnituren:
2 aardappelen, geschild en in blokjes – Aardappels in soep? Ja, en het werkt!
2 hardgekookte eieren, gehalveerd – Eitjes maken het compleet.
100 g taugé
2 el gefrituurde uitjes – Krokant en verslavend lekker.
2 el fijngesneden selderij – Fris en groen, perfect.
1 limoen, in partjes – Een kneepje limoen en je bent in de hemel.
Gekookte witte rijst of lontong (rijstkoek) – Kies wat jij het lekkerst vindt!
Voor de Sambal:
5 rode pepers – Pittig? Hell yes!
1 teentje knoflook – Een kleintje maar, voor de balans.
½ tl zout – Even op smaak brengen.
½ tl suiker – Een snufje zoet, altijd goed.
1 tl limoensap – Fris en zurig, de finishing touch!
Bereiding
Stap 1: De Bouillon Maken
Pak een grote pan, gooi die 2 liter water erin en breng het aan de kook. Kipstukken erin, samen met de ui, knoflook, gember, laos, sereh, daun jeruk, salambladeren en dat kaneelstokje. Ruikt het al lekker? Dit wordt een feest!
Laat het 45 minuten pruttelen op laag vuur. De kip moet gaar zijn en de smaken moeten erin trekken. Schep het schuim eraf voor een mooie heldere bouillon – jij wilt toch ook een soep om mee te pronken?
Haal de kip eruit, laat afkoelen op een bord. Zeef de bouillon om die kruiden eruit te vissen en breng op smaak met zout. Proef even, goed hè? Wacht maar tot de bumbu komt!
Pluk de kip van de botten en scheur het in kleine stukjes. Zet apart, want die gaan zo terug in de pan.
Stap 2: De Bumbu (Kruidenpasta) Maken
Tijd voor actie! Gooi de sjalotten, knoflook, kemiri, kurkuma, gember, korianderzaad en komijnzaad in een vijzel of blender. Maal het tot een gladde pasta – geen vijzel? Blender is je vriend!
Verhit 2 el olie in een pan en fruit die bumbu op middelhoog vuur. Blijf roeren tot het begint te geuren en de olie loskomt, zo’n 5-7 minuten. Ruikt je keuken al als een Indonesisch paradijs? Mooi zo!
Stap 3: De Soep Afmaken
Mik die gefruite bumbu in de gezeefde bouillon en roer goed. Laat het even bubbelen, de smaken moeten dansen!
Gooi de aardappelblokjes erin en kook ze in 10 minuten gaar. Aardappels in soto? Ja, en het is geniaal!
Kipstukjes terug in de pan, even opwarmen. Proef nog een keer – misschien een snufje zout extra? Jij bent de baas!
Stap 4: De Sambal maken
Voor de sambal: pepers, knoflook, zout en suiker in een vijzel of blender, maal het grof. Limoensap erdoor, klaar! Zet apart in een schaaltje. Pas op met die pepers, tenzij je een vuurspuwer wilt worden!
Stap 5: Serveren
Verdeel rijst of lontong over kommen, schep die hete soto eroverheen. Het ruikt nu al hemels!
Garneer met een half eitje, wat taugé, gefrituurde uitjes en selderij. Ziet dat er niet uit als een kunstwerk?
Serveer met limoenpartjes en sambal voor de daredevils. Knijp die limoen uit, lepel sambal erin en geniet!
Tips van @DimitriVistick
Extra Feestelijk: Voeg perkedel kentang (aardappelkroketjes) toe – pure luxe!
Pittig? Yes Please!: Meer pepers in de sambal of bumbu, maar don’t say I didn’t warn you!
Dus, daar heb je ‘m, de ultieme soto ajam! Maak dit, proef dit, geniet hiervan en laat me weten hoe het smaakte. Eet smakelijk, vrienden!
500g kippendijen (zonder bot en vel, in blokjes van 2 cm). Waarom dijen? Omdat ze sappiger zijn dan een roddel op WhatsApp. Borst is voor beginners.
2 el kecap manis (zoete sojasaus). De diva onder de sojasaus—zoet, donker en onmisbaar.
1 el sojasaus (gewoon, niet moeilijk doen).
1 el limoensap (vers geperst, die flesjes zijn een no-go).
2 teentjes knoflook (fijngehakt, want we zijn geen vampiers).
1 tl gember (vers geraspt, als je durft).
1 tl kurkumapoeder (voor die gouden gloed).
1 tl korianderpoeder (niet te verwarren met je ex z’n gebrek aan ruggengraat).
1 tl komijnpoeder (voor de aardse vibes).
1 stengel citroengras (alleen het witte deel, fijngehakt). Tip: sla er eerst op met een deegroller, dan komt die geur los.
1 el palmsuiker (of bruine suiker als het moet).
1 tl zout (want smaak, duh).
1 el plantaardige olie (om het smooth te houden).
Voor de Pindasaus:
100g geroosterde pinda’s (ongezouten, maar als je zout hebt, pas je het aan).
2 teentjes knoflook (fijngehakt).
1 kleine sjalot (gehakt).
1 rode peper (zonder zaadjes als je niet tegen pit kan, ik oordeel niet).
1 el kecap manis (want we zijn verslaafd).
1 tl tamarindepasta (voor die zure kick).
200ml kokosmelk (volle, want we zijn geen watjes).
1 el palmsuiker (of bruine suiker).
Zout naar smaak.
Water (om te verdunnen, maar overdrijf niet).
Bereiding Hoe Verknal Je Dit Niet?
Oké, hier komt het echte werk. Volg deze stappen en je bent de satay-baas van de buurt. Negeer ze, en je kip eindigt droger dan een date zonder chemie.
Stap 1: Marineren Met Liefde
Gooi alle marinade-ingrediënten in een kom. Klop het alsof je een hit scoort in de studio.
Voeg de kipblokjes toe en zorg dat alles bedekt is. Dek af en laat het minstens 2 uur in de koelkast chillen. Heb je geduld (ik niet)? Laat het een nacht staan—hoe langer, hoe lekkerder.
Stap 2: Pindasaus Maken (Vloeibaar Goud)
Blender of hakmolen aan: pinda’s, knoflook, sjalot en peper erin. Pulse tot een grove pasta—geen babyvoeding, oké?
Verhit een scheutje olie in een pan op medium vuur. Bak de pasta 2-3 minuten tot je huis ruikt als een warung.
Roer de kecap manis, tamarindepasta, kokosmelk en palmsuiker erdoor. Laat 5-7 minuten sudderen, af en toe roeren. Te dik? Splash water erbij. Proef en tweak—meer suiker als je zoet bent, meer peper als je pit hebt.
Zet apart. Probeer het niet op te lepelen. (Ik zeg niks als je het toch doet.)
Stap 3: Spiesen en Grillen
Rijg de gemarineerde kip aan de skewers. Niet proppen—geef ze ruimte om te ademen.
Grill aan (of een grillpan als je binnen zit). Medium-hoog vuur is perfect.
Grill 3-4 minuten per kant, tot ze mooi charred en sappig zijn. Extra marinade erover smeren? Doen, als je flex wil.
Laat ze even rusten. Geduld is een schone zaak.
Stap 4: Serveren en Shinen
Leg de satay op een schaal. Drizzle wat pindasaus erover, maar hou de rest voor dippen.
Garneer met limoenpartjes en komkommerschijfjes. Extra punten voor rijstcakes of gestoomde rijst erbij.
Maak een foto voor X, tag me @DimitriVistick
Pro Tips Van De Baas (En Mij)
Marineren Overnight: Als je vooruit plant, doe het. De smaken gaan dieper dan een filosofisch gesprek om 3 uur ’s nachts.
Niet Overkoken: Dijen zijn vergevingsgezind, maar geen offer voor de grillgoden maken, hè.
Pindasaus Cheat: Geen tijd? Pak goeie pindakaas (ongezouten) als basis. Maar ssst, niet aan de puristen vertellen.
Pittigheid: Indonesische satay is niet extreem spicy, maar een beetje vuur doet niemand pijn. Pas de peper aan.
Laatste Woord.
Daar heb je het, de ultieme Saté Ajam, geïnspireerd door de groten en opgediend met een flinke dosis Vistick-attitude. Dit is geen eten, dit is een ervaring. Perfect om de crew bij elkaar te brengen of gewoon jezelf te verwennen. Dus hup, grillen als een pro, en onthoud: het leven is te kort voor saaie kip. Peace, love en satay!
Snijd het vlees in flinterdunne reepjes. Verwijder van de courgette de zaadlijsten en snij deze in halve plakjes, snij de sperziebonen schuin door de helft en de prei in halve ringetjes. Snij de kool in reepjes van ongeveer 4 cm lang. Pers de knoflook uit, schil de gember en snipper hem. Verhit de olie in een wok of braadpan en bak het vlees op hoog vuur aan voor ongeveer 2 minuten rondom aan. Voeg de garnalen en 1 eetlepel magi toe en 1 minuutje meebakken, eruit halen en apart zetten. Bak de knoflook en gember in hetzelfde vet op matig vuur glazig, voeg de bonen en wortel toe en bak die voor 5 minuten. Voeg de rest van de groenten toe en bak dat weer 5 minuten. Blus dit af met de bouillon en schep het goed door. Dek het geheel af en laat dit ongeveer nog 5 minuten door sudderen. Maak een papje van de maizena en dik hier de saus mee in, voeg de ketjap, limoensap en sambal als laatste toe.
Week de tamarinde moes in een kom in 2 dl warm water en roer dit af en toe om. Snijd vervolgens het vlees in ongeveer 2 cm grote blokjes, pel de sjalotten en knoflook en snipper ze. Schil de gember en rasp hem fijn. Roer de tamarinde goed door met het weekwater tot een egaal, dik en bruin papje. Druk dit door een bolzeef en vang het sap op. Verhit in een wok of grote braadpan de olie. Bak de sjalot, knoflook en gember goudbruin, dit uit de olie halen en apart zetten. Bak vervolgens het vlees hierin in gedeelten op hoog vuur aan alle kanten aan. Roer alle overige kruiden, gebakken knoflook/sjalot/gember, gekneusde sereh en de palmsuiker er door en laat het onder constant roeren het geheel ongeveer 4 min op matig vuur meebakken. Afblussen met de tamarinde sap en voeg de kokosmelk al roerend toe. Breng de saus langzaam aan de kook en laat haar afgedekt z’n 1 ½ uur zachtjes stoven, vergeet niet af en toe te roeren. Op smaak brengen met ketjap en wat fijn gesneden koriander.
Snijd het vlees in blokjes van ongeveer 3 cm. Dompel de tomaten in kokend water en ontvel ze. Hak het vruchtvlees fijn. Snij de pepers in fijne dunne reepjes. Maak de lente uien schoon en snijd ze schuine stukjes van ongeveer 3 cm. Pel en pers de knoflook. Schil en rasp de gember. Snijd het dikke deel van de sereh fijn en verkruimel de trasi met de bolle kant van een lepel of in een vijzel.
Verhit vervolgens in een wok of een grote braadpan de olie, bak daarin de blokjes vlees op hoog vuur in porties aan alle kanten aan. Zet dat apart. Bak nu de chili, ui, knoflook, gember, sereh en trasi in ongeveer 4 minuten roerend glazig. Voeg de kruiden, goela djawa (palmsuiker) en gehakte tomaat toe. Vermeng het vlees hiermee en laat op laag vuur stoven tot dat het vlees zacht is. Eventueel met zout op smaak brengen.