Butter Chicken 4 personen

600 gram kipfilet of kippendijen – dijen voor die juicy vibes, filet als je lui bent.  

Voor de marinade:  

1 kop (240 ml) dikke yoghurt – Griekse stijl, geen waterige troep.  

2 eetlepels gember-knoflookpasta – of 1 eetlepel geraspte gember en 1 eetlepel knoflook als je zelf gaat hakken.  

1 theelepel garam masala – de specerijenkoning himself.  

1 theelepel komijnpoeder – aardse basis, skip dit niet.  

1 theelepel korianderpoeder – essentieel voor de soul.  

1 theelepel gerookte paprikapoeder – rokerige twist, baby.  

1 theelepel kasuri methi – gedroogde fenegriekbladeren, fijngemalen. Subtiele bitterheid die alles next level maakt.  

Zout naar smaak – wees niet te krenterig.

Voor de saus:  

2 grote tomaten, gepureerd – of 1 kop tomatenpuree als je geen zin hebt om te blenden.  

1 grote ui, fijngehakt – tranen zijn therapie, deal with it.  

1/4 kop (30 gram) cashewnoten – geweekt in warm water en tot pasta gemalen, voor die fluweelzachte saus.  

1/2 kop (120 ml) slagroom – volle bak, geen light-onzin hier.  

4 eetlepels boter of ghee – dit is Butter Chicken, snap je?  

1 theelepel kashmiri chilipoeder – milde hitte, killer rode gloed.  

1 theelepel suiker – optioneel, als je tomaten zuur doen.  

Zout naar smaak – jij bent de baas.

Voor de flex:  

Verse korianderblaadjes – de confetti van de curry.  

Een scheutje slagroom – voor de Instagram-waardige finish.




Bereiding.

    Marineer die kip:

    Gooi die yoghurt, gember-knoflookpasta, garam masala, komijn, koriander, paprikapoeder, kasuri methi en een flinke snuf zout in een kom. Hussel de kip erdoor alsof je hem een spa-dag geeft. Minimaal 2 uur in de koelkast – laat die smaken intrekken alsof ze huur betalen. Nachtje over? Nog beter, baller move.

    Grill of bak die kip:

    Oven op 200°C, kip op een bakplaat, 15-20 minuten bakken tot je die sexy char marks ziet. Of gooi hem in een grillpan als je old school bent. Niet helemaal gaar? Chill, hij finisht in de saus. Dit is waar de magie begint.

    Maak die saus:

    Smelt boter of ghee in een dikke pan op middelhoog vuur. Ui erin, fruiten tot goudbruin – 5-7 minuten, geen haast. Tomatenpuree erbij, bakken tot de olie loskomt, zo’n 10 minuten. Roer die cashewpasta erdoor en laat 5 minuten sudderen. Dit is je fluwelen basis, smooth as fuck.

    Kip erin en laten sudderen:

    Kip in de saus mikken, goed roeren. Laat 10-15 minuten pruttelen op laag vuur, zodat de smaken elkaar leren kennen. Te dik? Scheutje water. Te dun? Deksel eraf en inkoken. Jij bent de regisseur hier.

    Finish met flair:

    Slagroom en kashmiri chilipoeder erin, plus suiker als je tomaten zeuren. Nog 5 minuten sudderen tot de saus romig en dik is – proef en pimp met zout of extra garam masala als je durft. Dit is waar het legendarisch wordt.

    Serveer met swagger:

    Schep op, drizzle wat room erover en strooi koriander als confetti. Paar met fluffy basmatirijst of warme naan – geen excuses. Dotje yoghurt aan de zijkant? Doe maar, als je fris wilt flexen.

    Dimitri’s Gouden Tips –

    Kipkeuze: Dijen voor sappig, filet voor snel – jouw call, chef.  

    Vegetarisch: Swap kip voor paneer, marineer en bak kort. Tofu mag ook, maar paneer is cooler.  

    Pittig: Extra chili of cayenne als je vuur wilt spuwen.  

    Restjes: Dag erna nog beter, perfect voor een naan-sandwich met attitude.

    Dit is Butter Chicken zoals het hoort: romig, kruidig, en met een Indiase soul die je niet vergeet. Overgoten met mijn eigen Dimitri-saus, want waarom niet? Schep op, eet heet, en geniet – je bent nu officieel een currykoning. Let’s go!

    Print pagina

    Kip en bonen stoofschotel 4 personen

    Olijfolie

    5 kleine uien, gehakt

    4 teentjes knoflook, gehakt

    1/2 tot 1 theelepel sambal

    2 blikjes tomaten puree

    1 kg drumsticks

    1 rode paprika

    1 bakje champignons

    3 theel. paprikapoeder

    3 theel. komijn

    2 theel. koriander

    2 theel. selderijzout

    2 theel. cajunkruiden

    1 theel. cacaopoeder

    2 blikken tomaten blokjes

    2 blikken kidnbey bonen

    1 blikje mais, uitgelekt




    Bereiding.

    Verwarm wat olijfolie in de pan. Fruit de ui, knoflook en sambal even aan in de olie.
    Voeg de drumsticks toe en bak dit tot je bruine randjes krijgt. Bak ook de paprika stukjes en de champignons nog even mee.
    Daarna doe je de tomatenpuree, alle kruiden en de cacaopoeder erbij. Blijf bakken en mengen totdat het een lekker plakkerige massa is geworden en alle groenten en kip ermee bedekt is.
    Dan kunnen de blikken tomatenstukjes en de kidneybonen erbij. Meng alles goed door elkaar en breng het geheel aan de kook. Laat alles ongeveer 20 min zachtjes sudderen en roer af en toe alles nog een keer door. Wanneer het onderin de pan gaat aanbakken, of je vind dat er te weinig vocht in zit, voeg dan nog wat van het achtergehouden vocht van de kidneybonen toe.
    Als laatste doe je de mais erbij en laat het nog ongeveer 10 min door sudderen.

    Print pagina

    Pollo Chimichurri 4 personen

    • 4 kippenbouten
    • 5 eetlepels sojasaus (marinade)
    • Sap van 3 limoenen (marinade)

    chimichurri

    • 3 tenen knoflook gepeld
    • 1 rode ui gepeld
    • 1/2 bosje platte peterselie
    • 5 takjes koriander
    • 1 rode peper
    • 1/2 el oregano
    • 4 el rode wijnazijn
    • 4 el olijfolie
    • peper
    • zout




    Bereiding.

    Marineer de kippenbouten in de sojasaus en limoensap, laat dat een paar uur staan in de koelkast, daarna zouten en braden in de oven.

    Maak je de chimichurri. Hiervoor doe je alle ingrediënten in de keukenmachine. Laat deze net zolang draaien tot je een grof kruidenmengsel hebt. Drapeer dat over de kippenbouten, serveer met knoflookbrood en een frisse salade.


    Print pagina

    Gangsa (gekruid rundvlees) 4 personen


    1 kg runder procereur – goed gemarmerd, snij ‘m in dikke chunks.  

    Kruidenpasta (DIY, geen luie potjes):  

    2 eetlepels verse kurkuma – schil die shit en hak ‘m fijn (of 1 eetlepel poeder als je haast hebt).  

    3 cm gember – vers, geen droge troep.  

    5 knoflooktenen – pel ze en gooi ze erin.  

    3-5 rode pepers – pittigheid naar jouw ballen.  

    2 sjalotten – voor die Franse touch.

    2 eetlepels sojasaus – Ken Hom’s umami-hack.  

    1 eetlepel vissaus – stiekeme smaakbom.  

    2 eetlepels palmsuiker – zoet, maar niet te soft.  

    400 ml kokosmelk – romig Indonesisch goud.  

    200 ml kippenbouillon – houdt ‘t in balans.  

    2 stengels citroengras – kneus ze, laat ze zweten.  

    4 kaffir limoenblaadjes – frisheid on lock.  

    1 theelepel gerookte paprika – Toraja-rookvibes zonder gedoe.  

    Zout – naar smaak, niet lullen.  

    Groenten: handje bamboescheuten of paksoi – crunch is king.  

    Garnering:  

    Verse koriander – voor de flex.  

    Krokante sjalotten – zelf frituren of kopen, whatever.  

    Geroosterde pinda’s – extra bite, trust me.

    Bereiding.

    Kruidenpasta fixen:

    Pak een vijzel (of keukenmachine als je lui bent) en ram die kurkuma, gember, knoflook, pepers en sjalotten tot een dikke, kinky pasta. Dit is je smaakfundament – geen shortcuts, broer.

    Vlees marineren:

    Gooi die vleesbrokken in een bak, smeer die pasta erover, klats er sojasaus, vissaus en palmsuiker bij. Meng tot alles sticky is. Laat ‘t minimaal 2 uur chillen, of beter: een nacht in de koelkast. Smaak moet intrekken, punt.

    Bruin bakken:

    Pak een dikke pan (Dutch oven als je baller bent), scheut olie erin, en bak dat vlees op middelhoog vuur. Portie voor portie, tot het bruin en crispy is. Karameliseert die suiker, geeft diepte – Gordon zou trots zijn.

    Stoofbasis droppen:

    In dezelfde pan: kokosmelk, bouillon, citroengras, limoenblaadjes en gerookte paprika erin. Breng ‘t aan de kook, laat ‘t even bubbelen. Ruikt nu al als een Aziatische wet dream.

    Langzaam garen:

    Vlees terug in de pan, deksel erop, vuur laag. Laat ‘t 1,5 tot 2 uur sudderen tot dat vlees smelt op je tong. Roer af en toe, splash water erbij als ‘t te droog wordt.

    Groenten erin:

    Laatste 15 minuten: bamboescheuten of paksoi erbij. Gaar, maar nog knapperig – textuur is alles.

    Proeven en flexen:

    Dip je lepel erin, proef. Te flauw? Zout. Te scherp? Beetje suiker. Balans is key, zoals Ken Hom altijd zeikt.

    Serveren als een baas:

    Schep rijst in kommen, Gangsa erover, en pimp ‘t met koriander, krokante sjalotten en pinda’s. Ziet eruit als kunst, smaakt als een feest.

    Waarom dit shit werkt:

    Verse pasta: Geen gedroogde troep, pure power.  

    Rookvibe: Gerookte paprika geeft Toraja-realness zonder gedoe met een smoker.  

    Smaakgame: Soja, vissaus, kokos – zoet, zout, romig, alles klopt.  

    Looks: Garnituur maakt ‘t Instagram-proof.

    Dit is Gangsa, maar dan alsof Ken Hom, Martin Yan en Ramsay samen in de keuken stonden te koken. Toraja-approved, maar met een dikke Aziatische swagger. Eet smakelijk

    Print pagina

    Beef Shanghai 4 personen

    • Ingrediënten

    Voor het rundvlees:

    600 g runderreepjes (biefstuk of flank, dun gesneden, geen slappe troep)  

    1 eetlepel Shaoxing-wijn – Chinese magie, koop het of huil later  

    1 theelepel lichte sojasaus – zoutige basis  

    1 theelepel maïzena – voor die velvet touch  

    ½ theelepel bakpoeder – malsheid on lock  

    1 eetlepel arachideolie – slick en ready

    Voor de saus:

    2 eetlepels lichte sojasaus – umami all day  

    1 eetlepel donkere sojasaus – kleur en diepte, baby  

    1 eetlepel oestersaus – de king van smaak  

    1 theelepel suiker – balans, geen zoete onzin  

    1 eetlepel Shaoxing-wijn – nog een shot  

    1 theelepel maïzena + 2 eetlepels water – dikke glans

    Voor de wokgame:

    3 eetlepels arachideolie – hittebestendig, geen olijfolie flauwekul  

    2 knoflookteentjes – fijngehakt, geur is alles  

    1 cm gember – julienne, pittige jongen  

    1 rode paprika – in reepjes, kleur op je bord  

    100 g shiitake – vers, in plakjes, umami-bom  

    2 lente-uitjes – wit en groen apart, 5 cm stukken  

    1 Shanghai paksoi – grof gehakt, groen en crispy



    Bereiding.


      Stap 1: Rundvlees prep

      Gooi die runderreepjes in een kom met Shaoxing-wijn, lichte sojasaus, maïzena, bakpoeder en olie. Roer het door alsof je een track mixt. Laat 15 minuten chillen – dat bakpoeder maakt het boterzacht, trust me.

      Stap 2: Saus fixen

      Meng in een bakje lichte sojasaus, donkere sojasaus, oestersaus, suiker en Shaoxing-wijn. Maïzena met water apart houden – dat is je dikmaker later.

      Stap 3: Wok aan, gas erop

      Zet je wok op hoog vuur tot-ie rookt als een baas. Splash 2 eetlepels olie erin, swirl die shit.  

      Gooi het rundvlees erin, spreid het uit. Laat 30 seconden liggen voor die bruine korst – Ken Hom zou trots zijn. Roerbak nog 1-2 minuten tot het nét gaar is. Haal eruit, parkeer het even.

      Stap 4: Groenten knallen

      Nog 1 eetlepel olie in de wok. Knoflook, gember en paprika erin – 15 seconden, tot het ruikt als een Aziatische markt.  

      Shiitake en witte lente-ui erbij, 2 minuten roerbakken. Paksoi erin, nog 1 minuut vlammen. Blijf bewegen, lui zijn is geen optie.

      Stap 5: Alles samen

      Rundvlees terug in de wok. Giet die saus erover, roer als een tornado. Maïzena-slurry erin, 30 seconden laten bubbelen tot het glanst als een spiegel. Groene lente-ui erdoor, klaar.

      Stap 6: Opscheppen

      Schep die Beef Shanghai op een schaal, drizzle sesamolie voor de show. Jasmijnrijst ernaast, en je bent een wokgod.

      Tips van de straat

      Wok heet houden: Geen slappe vlam, je wil die “wok hey” rooksmaak.  

      Rundvlees dun snijden: Bevries het half, snijdt makkelijker.  

      Extra kick: Rode chili erbij als je ballen hebt.  

      Saus tweak: Proef en pas aan – jij bent de chef.

      Dit is Beef Shanghai zoals het hoort: mals vlees, knapperige groenten, en een saus die je bord sloopt. Eet smakelijk!

      Print pagina

      Tonkatsu 4 personen

      4 dikke varkensfilets (150-200 g per stuk, varkenshaas als je ballin’ bent)

      Beetje zout en zwarte peper, versgemalen, geen gedoe

      2 eetlepels witte miso, want umami is king

      1 eetlepel yuzu-sap (of citroen als je geen yuzu in de hood hebt)

      2 eetlepels sake, voor die Japanse vibe

      1 theelepel gember, geraspt, vers van de markt

      1 teentje knoflook, fijngehakt, geen poederzooi

      100 g bloem, basic maar essentieel

      2 eieren, losgeklopt, geen half werk

      150 g panko, gemixt met 2 eetlepels sesamzaad (wit, zwart, whatever je vibe is)

      Plantaardige olie, genoeg om te frituren als een pro

      Voor de Tonkatsu Saus, Dimitri-style:

      4 eetlepels Worcestershire-saus, dat spul met pit

      2 eetlepels ketchup, geen cheap shit

      1 eetlepel sojasaus, donker en diep

      1 eetlepel bruine suiker, voor die zoete touch

      1 theelepel yuzu-sap, want we houden het fris

      Voor de flex:

      Fijngesneden kool, lekker knapperig

      Komkommer, in dunne plakjes, houd het licht

      Shiso-bladeren als je fancy bent

      Sesamzaadjes, voor de drip

      Yuzu-schil, als je extra wil shinen




      Bereiding.

      Stap 1: Vlees pimpen  

      Dep die varkensfilets droog, zout en peper erop, niet te zuinig.  

      Mix miso, yuzu-sap, sake, gember en knoflook in een kom tot een gladde marinade – dit is je smaakbom. Smeer die filets ermee in en laat ze 30 minuten chillen in de koelkast (of 2 uur als je tijd hebt om te flexen).

      Stap 2: Saus droppen  

      Gooi Worcestershire, ketchup, soja, bruine suiker en yuzu-sap in een pannetje. Laag vuurtje, roeren tot de suiker smelt en het een paar minuten bubbelt. Laat afkoelen – deze saus gaat je game veranderen.

      Stap 3: Paneer als een G  

      Haal het vlees uit de koelkast, veeg de marinade er een beetje af. Zet drie kommen klaar: bloem, ei, en panko met sesamzaad.  

      Dompel die filets eerst in de bloem, dan in het ei, en ram ze daarna in de panko-sesam mix. Druk goed aan, want die korst moet knallen.

      Stap 4: Frituurhype  

      Verhit olie tot 170°C – geen gokwerk, pak een thermometer als je serieus bent. Frituur die boys in batches, 5-6 minuten, tot ze goudbruin en crispy zijn. Draai halverwege, houd het strak.  

      Check de temp: 63°C voor juicy, 70°C voor safe. Laat ze uitlekken op een rooster, geen slappe keukenpapiertruc.

      Stap 5: Serveer met swag  

      Snijd die Tonkatsu in dikke plakken, leg ze op een berg kool. Drop er komkommer, shiso, sesam en yuzu-schil overheen – maak het Instagram-waardig.  

      Saus ernaast of erover, jij beslist. Paar happen rijst erbij en je bent golden.

      Pro-tips van Dimitri

      Vlees: Varkenshaas is de move, maar filet werkt ook als je budget tight is.  

      Marinade: Miso en yuzu maken dit next level – skip het niet.  

      Korst: Sesam in de panko is de flex, trust me.  

      Olie: 170°C is de sweet spot, te heet en je brandt, te koud en het wordt een oliebad.  

      Saus: Die yuzu-touch houdt het fris, geen standaard fabriekssaus hier.

      Dit is Tonkatsu zoals de Japanse grootmeesters het zouden droppen, maar met mijn eigen sauce. Krokant van buiten, juicy van binnen, en een smaak die je niet vergeet. Eet smakelijk

      Print pagina

      Sapi Tjampoer Malang 4 personen

      500 g rundvlees, blokjes, stoofstyle

      2 eetlepels olie, geen gedoe

      2 uien, gehakt, snij snij

      3 knoflookteentjes, bam, gehakt

      2 cm gember, geraspt, fris

      1 theelepel kurkuma, geel goud

      1 theelepel koriander, pow

      1 theelepel komijn, diep man

      2 rode chili’s, hak hak, pitjes eruit als je chill wil

      90 ml ketjap manis, zoetigheid

      250 ml water, of bouillon als je flex bent

      2 aardappels, blokjes, stevig spul

      1 appel, geraspt, Malang-gamechanger

      1 theelepel tamarinde, zuur bommetje

      Zout en peper, jij bepaalt

      250 ml kokosmelk, creamy als je durft

      Gefrituurde uitjes en peterselie, top erop




      Bereiding.

      Spicebom maken: Uien, knoflook, gember, chili’s, kurkuma, koriander, komijn – hakken, mixen, vijzel of blender, knal het tot pasta. Geur in je neus!

      Vlees droppen: Olie heet, rundvlees erin, bruin bakken. Spicebom erbij, 2-3 minuten laten knallen, aroma’s gaan los.

      Low en slow: Water of bouillon splashen, ketjap manis erin, vuur laag, deksel erop, 1-2 uur sudderen tot dat vlees smelt.

      Aardappels gooien: Blokjes erin, 20-30 minuten meekoken, stevig maar gaar, check check.

      Next level twist: Appel rasp, tamarinde klats, kokosmelk als je ballen hebt – roeren, zout en peper fixen, smaak op max.

      Serveer die shit: Warm met rijst, uitjes en peterselie erop knallen. BOEM, je bent de king!

      Appel en tamarinde droppen die zoet-zure punch, kokosmelk houdt het glad. Eet je gek! Selamat makan

      Print pagina

      Frikandellen jongeuu! 6 st

      • 500 gram zeer fijn rundergehakt
      • 250 gram zeer fijn kippengehakt
      • 2 eieren
      • 5 eetlepels ketjap manis
      • 2 theelepels zout
      • 6 eetlepels paneermeel
      • 2 grote uien
      • 3 theelepels zwarte peper
      • 2 theelepels komijnpoeder
      • 2 theelepels geel mosterdpoeder
      • 1 theelepel korianderpoeder
      • ½ theelepel kruidnagelpoeder
      • ½ theelepel cayennepeper
      • ¼ theelepel nootmuskaat poeder
      • 6 PVC buizen (lengte circa 20 centimeter, diameter 25 millimeter)
      • kom met kokend water
      • keukenmachine
      • frituurpan




      Bereiding:

      • Doe alle ingrediënten in de kom van de keukenmachine en meng alles op hoge snelheid door elkaar. Er ontstaat een fijn deeg van vlees
      • Vul de PVC buizen met het vleesdeeg. Zorg ervoor dat er geen luchtbellen in zitten
      • Leg de gevulde buizen direct in de kom met kokend water. Hierdoor gaart het vlees en wordt het steviger
      • Haal na 8-10 minuten de buizen uit het water
      • Druk voorzichtig het vlees uit de buizen. Je ziet dat je mooie, gladde worsten hebt gemaakt. Ze lijken al op de frikandel (zie foto boven)!
      • Laat de frikandellen goed drogen! Kijk uit wanneer je ze direct gaat frituren! Als er nog veel water op de worst zit, geeft dit een heftige reactie met het hete frituurvet
      • Je kunt de frikandellen frituren. Zodra ze goudbruin zijn, zijn ze klaar




      Print pagina

      Keftedes me Salsa Domates 4 pers

      500 g rundergehakt (of mix ‘m met lam als je ballen hebt)

      1 ui, fijngehakt tot tranen, want emotie hoort erbij

      2 knoflookteentjes, geperst – geen vampiers hier

      1 ei, lekker groot, voor de binding

      Half koppie paneermeel van oud brood (verspilling is zonde, toch?)

      Handvol peterselie, fijngehakt, vers van de markt

      Klein bosje munt, ook fijngehakt – frisheid is key

      1 tl oregano, gedroogd, want Griekenland in je mond

      Snuf kaneel, ja echt, trust me bro

      Zout en peper, doe maar royaal

      Olijfolie, Griekse goud, om te bakken

      Voor de salsa domates:

      4 dikke tomaten, ontveld en in blokjes (San Marzano als je fancy bent)

      1 kleine ui, fijngehakt, geen drama deze keer

      2 knoflookteentjes, geperst, want smaakbom

      Kwart koppie olijfolie, extra vierge, niets minder

      1 tl honing, want suiker is voor amateurs

      1 tl rode wijnazijn, voor die zing

      Halve tl gerookte paprika – bam, rokerige vibes

      Zout en peper, naar je mood

      Handje basilicum en wat feta, verkruimeld, voor de finale




      Bereiding:

      Keftedes, stap voor stap, geen gezeik:

      Gooi dat gehakt, ui, knoflook, ei, paneermeel, peterselie, munt, oregano, kaneel, zout en peper in een kom. Kneed het alsof je leven ervan afhangt – 2 minuten, stevig, tot het één grote familie is.

      Draai balletjes zo groot als je duim, druk ze een tikje plat – dat bakt lekkerder. 

      Olijfolie in de pan, heet maar niet rokend. Bak die keftedes goudbruin, 5-7 minuten per kant, tot ze zingen. Laat ze chillen op keukenpapier.

      Salsa domates, de saus die alles sloopt:

      Olijfolie in een pan, middelhoog vuur. Ui erin, fruiten tot-ie glazig is – 5 minuten, geen haast.

      Knoflook erbij, 1 minuut, tot je huis ruikt als een taverne.

      Tomaten, honing, azijn, gerookte paprika, zout en peper erin mikken. Laat het pruttelen, 20-30 minuten, tot het dik en sexy is. Roer af en toe, proef, tweak.

      Extra scheutje olijfolie erover, want we zijn Grieks of we zijn het niet.

      Finish him:

      Keftedes op een schaal, salsa domates eroverheen kwakken – niet te netjes, we zijn geen Michelin-sterrenpipo’s.

      Basilicum erop, feta erover strooien, klaar om te flexen.

      Dimitri’s gouden tip

      Serveer met pita, dip die saus op, en als je durft: een ijskoude Mythos erbij. Dit is geen recept, dit is een statement. Kaneel in de balletjes, rook in de saus – traditioneel maar met een dikke middelvinger naar saai. Kali orexi, vrienden!


      Print pagina

      Boemboes Indonesisch

      • Boemboe Opor
      • Boemboe Lawar
      • Boemboe Nasi goreng
      • Boemboe Desengek
      • Boemboe Dendeng
      • Boemboe Bali




      Bereiding.

      1. BOEMBOE OPOR
        1 kleine ui, fijngesneden 1 theelepel trassi
        5 kemirienoten 1 spriet sereh
        2½ theelepels laos ¼ eetlepel djinten
        ½ eetlepel ketoembar 2 rode lomboks
        ½ eetlepel suiker 1 blaadje salam
        citroenschil en zout ¼ blok santen
        4 tenen knoflook, fijngehakt
        Kook alle kruiden met de geraspte citroenschil en de geraspte kemiries op in de santen, die men
        aanlengt met ¼ liter water.
      2. BOEMBOE LAWAR
        1 ui fijngesneden 1 eetlepel sambal
        5 kemirienoten ½ eetlepel serehpoeder
        1 eetlepel ketoembar 1 blaadje salam
        3 tenen knoflook, fijngehakt 1 theelepel trassi
        1 theelepel laos ½ eetlepel djinten
        2 blaadjes djeroek poeroet zout en santen
        Alle kruiden worden goed gemengd, waarna de djeroek poeroet en salam worden toegevoegd. Kook
        het geheel op met santen.
      3. BOEMBOE NASI GORENG
        • 1 stuk Ui grote uI, grof gesneden
        • 2 teentjes Knoflook fijn gehakt
        • 3 eetlepels Ketjap Manis  
        • 1 eetlepel Djintan   
        • 1 theelepel Ketoembar
        • 1 theelepel Djahé
        • 1 theelepel Kurkuma  
        • 1 stuk Rode peper grof gesneden
      4. BOEMBOE BESENGEK KOENING
        1 theelepel suiker 1 eetlepel asemwater
        2 tenen knoflook, fijngehakt 3 dl santen van ¼ blok
        ½ theelepel zout 1 kleine ui fijngesneden
        1 theelepel trassi

      Kruiden:
      3½ theelepel koenjit 1 schijfje djahé
      1½ theelepel ketoembar 1½ theelepel sereh
      2 schijfjes laos ¼ theelepel djinten
      ½ theelepel peper
      Voeg alle kruiden toe aan de overige ingrediënten, behalve de santen. Voeg dat als laatste toe en laat
      het geheel opkoken.

      1. BOEMBOE DENGDENG
        500 gram vlees naar keuze ½ eetlepel djinten
        1 eetlepel asem 1 eetlepel laos
        1 eetlepel ketoembar 2 tenen knoflook, fijngehakt
        1 eetlepel zout
        Snijd het vlees in dunne plakken. Wrijf het in met de door elkaar gemengde kruiden. Laat het geheel
        gedurende 2 uur intrekken. Hierna bakt of braadt men het vlees.
      2. BOEMBOE BALI
        1 fijngesnipperde ui 1 theelepel sambal
        1 theelepel djahé 1 teen knoflook, fijngehakt
        1 stukje (1×1 cm) trassi 1 eetlepel olie

        Fruit de trassi, ui en knoflook in de olie tot ze glazig zijn. Voeg sambal en djahé toe. Laat alles even
        doorsudderen.


      Print pagina