Babi Guling 8 personen

1,5 kg varkensschouder of buikspek, mét zwoerd want die crunch is life  

2 el arachideolie, om te smeren  

Sap van 1 limoen, zure kickstarter  

Zout, gooi wat je ballen aankunnen

Voor de bumbu (kruidenbom)  

6 sjalotten, hak ze grof  

5 teentjes knoflook, pel en klaar  

3 cm gember, rasp ‘m fijn  

3 cm kurkuma (vers), of 1 el poeder als je lui bent  

2 cm laos, rasp die jongen  

3 rode lomboks, pit eruit als je een softie bent  

2 rawits, voor de badass hitte  

1 tl korianderzaad, rooster en maal  

1 tl komijnzaad, idem dito  

1 tl zwarte peperkorrels, crush ‘m  

2 stengels sereh, wit deel fijn hakken  

4 limoenblaadjes, snijd ze klein  

1 el tamarinde, voor die zure punch  

2 el palmsuiker, zoete vibes  

1 tl trassi, stinkt maar maakt het dope  

3 el arachideolie, om te bakken

Garnering (want we doen niet basic)

Verse koriander of selderij, hakken en strooien  

Rode chili, flinterdunne ringen  

Limoenpartjes, voor de frisheid




Bereiding.

Bumbu knallen:

Rooster korianderzaad, komijnzaad en peperkorrels droog tot het ruikt als een kruidenfeest. Maal ze fijn. Gooi sjalotten, knoflook, gember, kurkuma, laos, lomboks, rawits, sereh en limoenblaadjes in een blender met een scheut olie, en draai tot een dikke pasta. Vijzel mag ook, als je spierballen wil showen.

Zet een pan op het vuur, 3 el olie erin, en bak die bumbu tot je huis ruikt als Bali (10 minuten). Olie scheidt? Top. Roer tamarinde, palmsuiker en trassi erdoor, nog 5 minuten pruttelen. Proef, zout erop, klaar.

Vlees fixen:

Snijd het zwoerd in ruitjes, niet te diep, voor die crispy shit. Smeer limoensap en zout erover, wrijf het in alsof je het meent. Pak de helft van de bumbu en smeer die overal, ook onder het zwoerd. Laat het een uur marineren, of een nacht als je een smaakfreak bent.

Roosteren als een pro:

Oven op 180°C, varken op een rooster boven een braadslee. Olie erover sprenkelen. Bak 1,5-2 uur, halverwege omdraaien. Zwoerd niet crispy? Laatste 10 minuten de grill aan, houd het in de gaten of het fik af.  

Finishing move:

Laat het vlees 10 minuten chillen onder folie. Warm de rest van de bumbu op als saus. Snijd het varken in dikke plakken, zwoerd erbovenop. Strooi koriander, chili en limoenpartjes erover. Serveer met stomende rijst en sambal matah, plus wat komkommer met azijn voor de frisheid.

Waarom dit de shit is

Wongso vibes: Verse laos en limoenblaadjes maken het echt, geen poederzooi.  

Agus twist: Tamarinde en palmsuiker geven die zoet-zure knal, sambal matah erbij en je bent in Bali.  

Crispy zwoerd: Dat geluid als je erin bijt, pure porno.

Pro tip: Extra pit? Meer rawits. Geen oven? Braad het in een pan en frituur het zwoerd apart. Dit is Babi Guling waar je crew stil van wordt. Eet smakelijk, ouwe!

Print pagina

Spicy Butter Chicken 4 personen

800 gr huidloze, zonder been kippendijen – in blokjes gesneden

1 eetlepel citroensap

1/2 eetlepel chilipoeder

zout naar smaak

1 kop yoghurt

zout naar smaak

2 eetlepels knoflookpasta

1/2 eetlepel garam masala

2 eetlepels gesmolten boter

1/2 eetlepel chilipoeder of een mespunt H&J’s reaper sambal

2 eetlepels gemberpasta

2 eetlepels citroensap

2 eetlepels olijfolie

1 eetlepel boter

1 eetlepel garam masala

1 eetlepel gemberpasta

1 eetlepel gehakte knoflook

1 eetlepel gehakte groene chilipeper

2 eetlepels tomatenpuree

1 eetlepel chilipoeder

1 kopje water

1 eetlepel honing

1/2 theelepel gedroogde fenegriekbladeren

1 kop dikke room




Bereiding.

Marineren: Doe kip in een glazen schaal of kom met de citroensap, 1/2 eetlepel chilipoeder en zout. mengen om te coaten; dek de schaal af en laat 1 uur marineren.

Laat de yoghurt 15 tot 20 minuten uitlekken in een doek. Doe in een middelgrote kom; meng er zout, knoflookpasta, garam masala, boter, chilipoeder, gemberpasta, citroensap en olie door. Giet het yoghurtmengsel over kip, goed mengen en zet het in de koelkast om nog eens 3 tot 4 uur te marineren.

Verwarm de oven voor op 200 graden C.

Leg kip op spiesjes. Leg de spiesjes in een ovenschaal en bak ze 20 minuten in de voorverwarmde oven, of tot ze bijna gaar zijn.

Om de saus te maken: Smelt de boter in een middelgrote pan op middelhoog vuur. Roer de garam masala erdoor. Wanneer masala begint te knetteren, meng je gemberpasta, gehakte knoflook en groene chilipepers erdoor. Bak zacht en roer er dan tomatenpuree, chilipoeder, zout en water door. Breng aan de kook; zet het vuur laag en laat sudderen, roer er honing en fenegriek door.

Doe de kip in het sausmengsel. Laat het nog 5 minuten door met koken, of totdat de kip van binnen niet meer roze is. Roer er verse room door.


Print pagina

Viskoekjes met komkommer relish 12st

  • 300 g witvisfilet, in blokjes.
  • 2 eetl. rode kerriepasta.
  • 1 ei.
  • 2 eetl. vissaus.
  • 1 theel. kristalsuiker.
  • 2 eetl. maïzena.
  • 3 Citrus bladen (djeroek poeroet), in smalle reepjes.
  • 1 eetl. gehakte verse koriander.
  • 50 g sperziebonen, fijn gesneden.
  • olie voor het bakken.
  • mosterdkers, ter garnering.
  • VOOR DE KOMKOMMERRELISH.
  • 4 eetl. Thaise kokos- of rijstazijn.
  • 4 eetl. water.
  • 50 g suiker.
  • 1 bol ingemaakte knoflook, in plakjes.
  • 1 komkommer, in de lengte in vieren gesneden en dan in plakjes.
  • 4 sjalotjes, in dunne plakjes
  • 1 eetl. verse gember, fijngehakt
  • rode chilipepers, ontzaad en fijngehakt, ter garnering.




Bereiding.

Doe voor de relish de azijn in een pan en
voeg het water en de suiker toe. Breng al
roerend aan de kook tot de suiker is
opgelost. Laat afkoelen.
Doe de ingemaakte knoflook in een kom
en schep er de komkommer, sjalotjes en
gember door. Giet er het afgekoelde azijn-
mengsel over en garneer met de chilipeper.

Doe de blokjes vis, de kerriepasta en het
ei in een keukenmachine en draai tot
alles gemengd is. Doe het mengsel in een
kom en schep er de rest van de ingrediën-
ten, behalve de olie en mosterdkers, door.

Vorm van het vişmengsel met vochtige

handen koekjes van circa 5 cm doorsnee
en 5 mm dik.
Verhit de olie en bak de
koekjes in porties 4 tot 5 minuten goud geel krokant.
Laat op keukenpapier uitlekken. Garneer
met de mosterdkers en geef er de relish bij.


Print pagina

Atjar

  • 1 grote ui
  • ½ komkommer, geschild in halve plakjes.
  • 1 grote rode peper, zonder zaden
  • 3 wortelen
  • ¼ witte kool
  • 3 teentjes knoflook
  • 1 tl laos
  • 1 tl djahé (gemberpoeder)
  • 1 tl ketoembar (gemalen koriander)
  • 1 el koenjit (kurkuma)
  • 1 el kerrie
  • 500 ml witte azijn
  • 500 ml water
  • 40 gr gula djawa of bruine basterdsuiker
  • Zout en witte peper




Bereiding.

  1. Snipper de ui, knoflook en rode peper fijn. Rasp de witte kool, komkommer en wortelen grof. Doe alles in een vuurvaste schaal.
  2. Breng in een pan het water met de azijn, knoflook, alle specerijen en de suiker aan de kook en laat even doorkoken. Breng op smaak met zout en peper. Giet de hete vloeistof over de groenten en laat afkoelen.


Print pagina

Kou rou (gesmoorde spek) 4 personen

1 kg varkensbuik (met vel, goeie kwaliteit, geen supermarkt-rotzooi)

3 eetlepels Shaoxing-wijn (of sherry als je lui bent)

2 eetlepels donkere sojasaus

1 eetlepel lichte sojasaus

1,5 theelepel vijfkruidenpoeder (gewoon doen, trust me)

1 theelepel saffraan (ja, fancy shit, week het in 2 eetlepels warm water)

4 cm gember, in plakjes gehakt

3 lente-uitjes, in grove stukken

2 steranijs

1 kaneelstok (niet skippen)

3 eetlepels palmsuiker (bruine suiker mag ook, whatever)

2 eetlepels olie

600 ml kippenbouillon (zelf maken of goeie kopen, geen blokjes troep)

1 eetlepel hoisinsaus (voor die extra kick)

Voor de topping en shit:

100 g gefermenteerde tofu (rode, hak het fijn, ruikt raar maar is goud)

2 eetlepels pinda’s, geroosterd en gehakt

Bosje koriander, grof eroverheen

1 rode chili, in ringetjes (skip als je niet tegen pit kan)

2 eetlepels ingelegde daikon (rettich, snij klein)

1 eetlepel yuzu-honing (of honing met citroen, doe niet moeilijk)

1 theelepel sesamzaad, even roosteren





Bereiding.

Stap 1: Varkensbuik fixen

Hak die varkensbuik in blokken van 5×5 cm. Gooi ze 5 minuten in kokend water, vis ze eruit, spoel af, dep droog – klaar.

Pak een dikke pan (gietijzer als je ballen hebt), hitte erop, olie erin. Bak die blokken tot de huid goudbruin is, een minuut of 5, niet slap doen.

Gooi Shaoxing-wijn, beide sojasauzen, vijfkruiden, hoisin, palmsuiker, gember, lente-ui, steranijs en kaneel erin. Roer het door, laat het 2-3 minuten stinken van de geur.

Giet die saffraan met water en de bouillon erbij, breng aan de kook, zet laag, deksel erop en laat 3 uur pruttelen. Dat vlees moet zo zacht zijn dat je oma het zonder tanden eet.

Haal het vlees eruit, zeef de saus, kook die in tot-ie dik en glossy is (10 minuten, niet langer treuzelen).

Stap 2: Afmaken

Snij het vlees in plakken of laat het in blokken – jouw call. Gooi het op een warm bord.

Smeer wat yuzu-honing erover, geeft glans en een zoete tik.

Lepel die ingekookte saus er royaal overheen, geen gezeik met te weinig.

Stap 3: Oppimpen en opdienen

Strooi die gefermenteerde tofu, pinda’s, koriander, chili, daikon en sesamzaad erover – het wordt een feestje op je bord.

Serveer met de rest van de saus ernaast, dippen of druppelen, wat jij wil. Rijst of paksoi erbij als je honger hebt, anders gewoon zo aanvallen.

Shoutout naar de bazen

Martin Yan: Die gast snapt langzaam stoven, pure malsheid.

Ken Hom: Steranijs en hoisin, bam, smaakbom.

Fuchsia Dunlop: Gefermenteerde tofu en pinda’s, Sichuan-style madness.

Dit is Kou Rou, straight up, met saffraan voor de flex en toppings die je smaakpapillen een rondje laten dansen. Enjoy, of niet – jouw probleem. 

@DimitriVistick out.


Print pagina

Spaghetti Alla Carbonara 4 personen

400 gram spaghetti – Goede kwaliteit, want die goedkope troep verknalt alles.

150 gram guanciale – Wangspek, mensen, pancetta is voor de luie types.

4 eidooiers – Van blije kippen, want dat proef je.

100 gram Pecorino Romano – Vers geraspt, geen voorverpakte rommel.

50 gram Parmigiano Reggiano – Idem dito, alleen het beste.

Zwarte peper – Versgemalen, poeder is voor amateurs.

Zeezout – Voor dat pastawater, doe niet moeilijk.


Optioneel: gerookt paprikapoeder – Een snufje, voor die Dimitri-vibe.



Bereiding.

Pasta koken

Zet een grote pot water op, gooi er een flinke snuf zeezout in en breng aan de kook. Kook die spaghetti al dente – niet te slap, hè. Bewaar een kopje kookwater voor later en giet de rest af.

Guanciale knapperig maken

Snijd die wangspek in blokjes en bak ze in een droge pan op middelhoog vuur. Wacht tot het vet eruit smelt en het spul krokant wordt. Haal de guanciale eruit, maar laat dat goddelijke vet in de pan.

Saus mixen

Klop de eidooiers los in een kom, gooi de Pecorino en Parmigiano erbij en maal er een berg zwarte peper overheen. Optioneel: een snufje gerookt paprikapoeder voor die rokerige twist waar ik zo van hou. Roer tot het een dikke, cheesy massa is.

Alles samenvoegen

Gooi de afgegoten spaghetti in de pan met dat guanciale-vet. Haal de pan van het vuur (belangrijk!) en roer het eimengsel erdoor. Te droog? Splash wat van dat kookwater erbij tot het silky smooth is. Gooi de guanciale terug in de mix.

Serveren als een baas

Schep het op borden, strooi er extra kaas en peper overheen en klaar ben je. Eet smakelijk, vrienden!

Waarom dit recept de bom is:

Guanciale – Authentiek, vettig, perfect. Geen discussie.

Dubbele kaas – Pecorino voor die scherpe kick, Parmigiano voor de diepte. Why choose one?

Paprikapoeder-twist – Een subtiele rokerige vibe die deze carbonara next level maakt.

Probeer dit thuis en laat me weten hoe het je afgaat. Tag me met @DimitriVistick #CarbonaraMetEenTwist en laat die traditionele Italianen maar janken. Ciao, tot de volgende!

Print pagina

Semur Daging 4 personen

1 kg runderprocereur, in stukken van 5 cm gehakt – want we doen niet aan half werk

4 sjalotten, dun gesneden

4 teentjes knoflook, dun gesneden

1 tl gemalen nootmuskaat

4 kruidnagels

1 kaneelstokje

½ tl witte peper

100 ml kecap manis (zoete sojasaus)

2 el sojasaus (de zoute variant)

300 ml runderbouillon

1 el tamarindepasta – geloof me, dit is je geheime wapen

2 daun salam (Indonesische laurierblaadjes) – geen idee waar je die vindt? Skip ze of gebruik een gewoon laurierblad

1 tl vissaus

2 middelgrote aardappels, geschild en in blokjes

100 g shiitake-paddenstoelen, gesneden

Plantaardige olie, om te bakken

Gebakken uitjes, voor de garnering




Bereiding.

Hoe je het maakt (op het fornuis)

Verhit wat olie in een grote, dikke pan op middelhoog vuur. Gooi de sjalotten erin en bak ze tot ze goudbruin zijn en ruiken als de hemel (zo’n 3-4 minuten).

Knoflook erbij, nog een minuutje bakken tot het geurt.

runderprocereur erin, bak ze aan alle kanten bruin. Dit duurt zo’n 5-7 minuten en houdt de smaak vast.

Kruiden erop: strooi de nootmuskaat, kruidnagels, kaneelstokje en witte peper erover. Roer even goed.

Giet de vloeistoffen erbij: kecap manis, sojasaus, runderbouillon en tamarindepasta. Daun salam en vissaus erin gooien.

Breng aan de kook, zet het vuur laag, doe de deksel erop en laat het 2 uur sudderen. Af en toe roeren, zodat het niet aanbakt.

Aardappels toevoegen na 2 uur, nog 20 minuten laten pruttelen tot ze bijna gaar zijn.

Shiitake erin, nog 10 minuten koken tot alles perfect is.

Proef en pas aan: meer zout, suiker of kecap manis als het nodig is om die balans te krijgen.

Serveer heet met gestoomde rijst en een flinke lading gebakken uitjes.

Alternatieve methodes

Slowcooker: Na stap 5 alles in de slowcooker flikkeren. 6-8 uur op laag. Aardappels en paddenstoelen in het laatste uur toevoegen.

Snelkookpan: Na stap 5, 45 minuten op hoge druk. Druk natuurlijk laten ontsnappen, dan aardappels en paddenstoelen erbij voor nog 10 minuten op lage druk of sauté-stand.

Tips voor succes

runderprocereur: Deze jongens worden boterzacht na lang koken. Geen runderprocereur ? Gebruik sukadevlees.

Tamarindepasta: Snijdt door de zoetheid heen als een baas. Geen tamarinde? Een scheutje citroensap kan ook.

Shiitake-paddenstoelen: Umami-bommetjes. Geen shiitake? Gewone champignons werken ook.

Balans is alles: Indonesisch eten draait om zoet, zout en zuur. Proef en tweak met kecap, soja of tamarinde.

Hoe je het opdient

Serveer deze jongen in een diepe kom, met het vlees, de aardappels en paddenstoelen zwemmend in die glanzende saus. Stapel er gestoomde rijst bij en strooi die gebakken uitjes erover alsof je het meent. Wil je all-in Indonesisch? Zet er een schaaltje acar (ingelegde groenten) of een dot sambal bij voor wat pit.

Deze Semur Daging is een ode aan de Indonesische grootmeesters, met een moderne twist die je kop eraf blaast. Het vlees valt uit elkaar, de saus is rijk en perfect in balans, en de shiitake geeft een diepte waar je steeds voor terugkomt. Eet smakelijk!

Print pagina

Thaise Tom Kha Kai 4 personen

500 g kippendijen, dun gesneden (dijen voor die juicy bite)  

400 ml kokosmelk (volle bak, geen light onzin)  

500 ml kippenbouillon (zelf getrokken of topkwaliteit)  

2 stengels citroengras, gekneusd en gehakt  

4 cm galangal, in plakjes (Thaise gember, geen gewone troep)  

5 kaffirlimoenblaadjes, gescheurd voor de geur-bom  

2-3 rode chili’s, in ringetjes (meer pit? Gooi er meer in)  

3 el vissaus (umami to the max)  

1 el palmsuiker (bruine suiker mag ook)  

Sap van 2 limoenen (vers, anders skippen)  

200 g oesterzwammen, gescheurd (of shiitake voor een twist)  

1 rode paprika, in reepjes (kleur en crunch, baby)  

Kokosolie om te bakken (vibe check)

Dimitri’s Unieke Twists (hier ga je voor vallen)

1 el witte misopasta (Japanse umami-hack, sneaky goed)  

Scheutje sesamolie (Koreaanse nootachtige touch)  

Snufje yuzu kosho (Japanse citrus-chili power, fris en fel)

Garnering (want het oog eet mee)

Verse korianderblaadjes  

Thaise basilicum (of gewone als je moet)  

Geroosterde sesamzaadjes (crunch time)  

Paar druppels chili-olie (doe het, trust me)




Bereiding.

    Kip op smaak brengen:

    Flikker die kipreepjes in een kom met 1 el sojasaus, 1 tl geraspte gember en 1 gehakt knoflookteentje. Laat 15 minuten marineren terwijl jij de rest regelt. Chinese move, Jet Tila-approved.

    Aromaten losgooien:

    Hit een scheut kokosolie op in een grote pan, middelhoog vuur. Citroengras, galangal en kaffirblaadjes erin—2 minuten bakken tot je keuken ruikt als een Thaise tempel. Niet laten aanbranden, gewoon de geuren vrijlaten.

    Basis leggen:

    Giet de bouillon en kokosmelk erbij, roer en breng aan de kook. Zodra het bubbelt, vuur laag en 10 minuten laten pruttelen. Hier begint de soep te shinen.

    Kip en groenten droppen:

    Kip, oesterzwammen en paprika erin. 8-10 minuten sudderen tot de kip gaar is en de groenten nog bite hebben. Slappe zooi? Niet bij mij.

    Smaak fixen:

    Vissaus, palmsuiker, limoensap, miso pasta en een scheut sesamolie erdoor roeren. Proeven! Zoet, zuur, zout en umami moeten knallen. Te scherp? Beetje suiker. Te tam? Extra vissaus. Jij bepaalt.

    De Dimitri-twist:

    Snufje yuzu kosho erin voor een frisse, pittige uppercut. Japanse vibes die deze soep legendarisch maken.

    Serveren als een baas:

    Schep in kommen, pimp met koriander, basilicum, sesamzaadjes en chili-olie. Zet neer met een smirk, want je hebt goud in handen.

    Dimitri’s Pro Tips

    Vegan move: Kip en vissaus skippen, tofu en sojasaus erin. Bam, geregeld.  

    Extra crunch: Bak wontonreepjes krokant en strooi erover. Game changer.  

    Sidekick: Jasmijnrijst of een Thais broodje om te dippen.  

    Dag erna: Warm op met een scheut kokosmelk, smaken worden alleen maar dieper.

    Waarom Dit Recept Alles Sloopt

    Deze Tom Kha Kai is Thais tot in z’n ziel, maar met een Dimitri-draai die het uniek maakt. Miso en yuzu kosho brengen Japanse finesse, sesamolie een Koreaanse knipoog, en de rest is pure Thaise klasse. Geïnspireerd door David Thompson’s precisie, Jet Tila’s bravoure en Sujet Saenkham’s roots heb ik een soep neergezet die je warm houdt én verrast. Dit is geen eten, dit is een avontuur.

    Dus hup, keuken in, gooi wat dikke tunes aan en maak deze Tom Kha Kai. Post je kunstwerk op X en tag 

    @DimitriVistick

    —ik wil zien hoe jij dit rockt. Eet smakelijk, legends! 🍲💥

    Print pagina

    Babi Pangang 4 personen

    1 kg varkensschouder (malser dan die klassieke varkensbuik, trust me)

    3 el sojasaus (geen goedkope troep, ga voor kwaliteit)

    2 el Shaoxing rijstwijn (of droge sherry als je even krap zit)

    1 el vers geraspte gember (poeder is geen optie, we doen dit echt)

    3 teentjes knoflook, fijngehakt (vers, altijd vers)

    1 tl Chinees vijfkruidenpoeder (de magic touch)

    1 el honing (voor die sticky perfectie)

    1 tl sesamolie (umami in een druppel)

    Zout en peper (naar smaak, maar wees niet te voorzichtig)

    Voor de zoetzure saus:

    100 ml rijstazijn (subtiele scherpte, precies wat we willen)

    100 g bruine suiker (diepte in je saus, baby)

    3 el ketchup (ja, echt – blijf bij me)

    2 el sojasaus

    1 el tomatenpuree (voor extra body)

    100 ml ananassap (de tropische gamechanger)

    1 rode chilipeper, fijngehakt (optioneel, voor de daredevils)

    1 teentje knoflook, fijngehakt

    1 tl maïzena, opgelost in 2 el water (voor die silky finish)

    Garnering:

    Verse koriander, grof gehakt (frisheid in je face)

    Lente-ui, in ringetjes (crunch en kleur)

    Sesamzaadjes (voor de insta-vibes)

    Serveren met:

    Gestoomde jasmijnrijst of gebakken noedels 




    Bereiding.

    Snijd die varkensschouder in plakken van 1,5 cm dik. Perfecte balans, niet te dun, niet te dik.

    Meng in een kom de sojasaus, rijstwijn, gember, knoflook, vijfkruidenpoeder, honing en sesamolie. Dit is je marinade, en het is pure gold.

    Gooi het vlees erin, masseer het goed in, dek af en laat het minimaal 2 uur marineren in de koelkast. Wil je echt next level? Laat het een nachtje staan. Geduld is je vriend hier.

    Stap 2: Sous-vide (optioneel, maar waarom niet?)

    Heb je een sous-vide apparaat? Gebruik het! Vacumeer dat gemarineerde vlees en gaar het 4 uur op 65°C. Het resultaat is zo mals dat je niet weet wat je overkomt.

    Geen sous-vide? Geen paniek, we roosteren het gewoon. Maar als je het hebt, doe het – het tilt alles naar een ander universum.

    Stap 3: Rooster het vlees

    Verwarm je oven voor op 220°C. We gaan voor heet en knapperig.

    Leg het vlees op een rooster met een bakplaat eronder (voor het vet, je weet wel). Pro tip: smeer er wat extra honing overheen voor die glanzende korst.

    Rooster 25-30 minuten tot het goudbruin en crispy is. Halverwege omdraaien voor die perfecte finish.

    Laat het 5 minuten rusten (chill, het is het waard) en snijd het dan in dunne reepjes. Showtime!

    Stap 4: Maak de zoetzure saus

    Pak een pannetje, zet het op middelhoog vuur.

    Gooi erin: rijstazijn, bruine suiker, ketchup, sojasaus, tomatenpuree, ananassap, chilipeper (als je ballen hebt) en knoflook.

    Laat het 5 minuten bubbelen, roer af en toe – we willen geen chaos in de pan.

    Roer het maïzena papje erdoor tot de saus dik en glossy is. Dit is je meesterwerk.

    Stap 5: Serveer als een baas

    Leg die krokante varkensreepjes op een schaal. Maak het mooi, want presentation is everything.

    Drizzle die zoetzure saus erover, of serveer het apart voor de dippers onder ons.

    Top af met koriander, lente-ui en sesamzaadjes. Het is niet alleen decoratie, het maakt het af.

    Serveer met jasmijnrijst of gebakken noedels. Extra punten? Combineer met een koude Tsingtao.

    Waarom dit recept je leven verandert

    Dit is babi pangang zoals je het nog nooit hebt gehad. Het is bold, het is flavourful, en het heeft attitude:

    Varkensschouder: Malser dan de usual varkensbuik, want we doen het anders.

    Sous-vide: Optioneel, maar het maakt het vlees insane juicy.

    Ananassap: Een tropische twist die de zoetzure saus naar de top brengt.

    Roosteren: Knapperig zonder frituurvet – je keuken blijft fris.

    Verse kruiden: Koriander en lente-ui maken het next level.

    Dit is mijn ode aan de Chinese roots, maar met een Dimitri-twist die het helemaal van nu maakt. Dus, waar wacht je op? Get cooking, en vergeet niet te flexen met #DimitriVistickEats. Let’s go!

    Print pagina

    Risotto met Paddestoelen 4 personen

    300 gram Arborio- of Carnaroli-rijst. Geen discussie, geen ander type. Dit is risotto, niet je oma’s rijstepap.

    50 gram gedroogde porcini. Ja, die dure. Wil je umami of een flauwe hap?

    200 gram verse paddenstoelen. Mix it up: shiitake, oesterzwammen, wat je kunt scoren. Geen champignons uit blik, alsjeblieft, dit is geen studentenhuis.

    1 liter groentebouillon. Zelfgemaakt als je een held bent. Anders koop je de beste die je vindt en pimp je ‘m met paddenstoelensteeltjes en wat gedroogde porcini.

    1 middelgrote ui, fijngesnipperd. Huil maar even, het is voor een goed doel.

    2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden. Vampiers mijden je keuken, extra bonus.

    100 ml droge witte wijn. Gebruik iets wat je ook zou drinken. Die fles die al een jaar openstaat? Weg ermee.

    50 gram boter. Echte boter, geen margarine. We zijn hier niet aan het lijnen.

    50 gram Parmezaanse kaas, vers geraspt. Geen voorgeraspte troep, dat smaakt naar karton.

    Olijfolie, zout, peper, en een takje tijm als je je fancy voelt.



    Bereiding.

    Bouillon prep: Week de gedroogde porcini 20 minuten in 250 ml heet water. Zeef dat weekwater (dat is vloeibaar goud, gooi het niet weg!) en mik het in je bouillon. Hak de geweekte porcini grof. Zet de bouillon op laag vuur en hou ‘m warm. Koud = doodzonde.

    Paddenstoelen bakken: Snijd de verse paddenstoelen in plakjes. Verhit een scheut olijfolie in een pan tot het sist als je er een druppel water in gooit. Bak de paddenstoelen met een teentje knoflook en wat tijm tot ze goudbruin zijn. Niet stoven, bakken! Je wilt knapperig, niet een natte krant. Voeg de geweekte porcini toe, bak nog een minuut. Zet apart.

    Ui en knoflook: Grote pan, scheutje olijfolie, bak de ui tot glazig. Gooi de knoflook erbij, bak een minuut mee. Niet verbranden, anders smaakt het naar as en daar wordt niemand blij van.

    Rijst: Mik de rijst in de pan. Roer tot elke korrel glanst van de olie. Dit is geen optionele stap, doe het goed.

    Wijn: Blus af met de witte wijn. Roer tot het verdampt is. Ruik je het nog? Dan ben je niet klaar.

    Bouillon toevoegen: Nu begint het echte werk. Voeg een pollepel bouillon toe, roer tot het opgenomen is. Herhaal dit 18-20 minuten lang. schud alsof je leven ervan afhangt, maar wel met een glimlach. Geen klontjes, geen aangebrande bodem, capisce?

    Paddenstoelen erin: Halverwege mik je die gebakken paddenstoelen erbij. Roer door, laat die smaken fuseren.

    Afmaken: Rijst al dente? Haal van het vuur. Klont boter erin, Parmezaan erover. Roer tot het romig is. Proef: te flauw? Meer kaas. Te droog? Beetje bouillon. Jij bent de baas.

    Serveren: Schep op borden, strooi er wat extra Parmezaan overheen en drizzle olijfolie als je je chic voelt. Eet meteen, risotto wacht op niemand.

    Dimitri’s Tips:

    Roertechniek: Geen half werk. Je arm hoort pijn te doen aan het eind – dat is het teken van een top-risotto.

    Paddenstoelen: Bak ze apart, altijd. Anders worden het sponzen en dat wil je niet.

    Wijn: Neem een slok terwijl je kookt. Het helpt, trust me.

    Zo, nu heb je geen excuus meer om een middelmatige risotto te serveren. Ga, kook, en maak me trots. En als het mislukt? Niet mijn schuld. Je hebt vast niet goed en te hard geroerd.

    Print pagina