1 kg San Marzano-tomaten (of andere knetterrijpe jongens, geen flauwe kasdingen)
1 dikke ui, fijngehakt
3 tenen knoflook, klein beetje pletten en hakken
2 stengels bleekselderij, fijngehakt (geen must, maar geeft pit)
1 wortel, ook fijngehakt (voor die sneaky zoetigheid)
4 eetlepels olijfolie, extra vergine, het goeie spul
Zout en peper, flinke draai uit de molen
Handvol basilicum, vers, scheur die blaadjes kapot
1 liter groentebouillon of water (bouillon wint)
Optioneel: scheut room of klodder crème fraîche, als je luxe wil gaan
Bereiding.
Tomaten opfokken: Oven op 200°C. Snijd je tomaten doormidden, leg ze met de kont omhoog op een bakplaat, druppel er 2 eetlepels olijfolie overheen, zout, peper. Rooster die krengen 30 minuten tot ze zoet en sticky zijn. Geen tijd? Skip dit, maar je mist wat magie.
Aromaten aanzweten: Pak een dikke pan, 2 eetlepels olijfolie erin, middelvuurtje. Gooi ui, knoflook, selderij en wortel erin. Fruit dat spul 10 minuten zachtjes tot het glanst, maar laat het niet verkleuren – zwart is voor amateurs.
Tomaten erin smijten: Geroosterd of rauw, hop, de tomaten de pan in. Roer even, laat die smaken dansen.
Sudderen als een baas: Bouillon of water erbij, aan de kook brengen, dan vuur laag. Laat het 30 minuten pruttelen, tot je huis ruikt alsof je in Napels woont.
Blender-time: Staafmixer erin. Hou het grof als je ballen hebt, of maak het glad als je chic wil doen.
Pimpen: Proef, zout en peper erdoor tot het klopt. Basilicum erin scheuren, nog 2 minuten laten trekken.
Extra decadentie: Scheutje room erdoor als je je innerlijke diva wil laten spreken.
Opdienen: In een kom, druppel olijfolie erover, paar basilicumblaadjes erop, en een dikke homp ciabatta ernaast om te soppen.
Tips van de meester (aka ik)
Tomaten zijn alles: Shit tomaten = shit soep. San Marzano of iets vers van de markt, anders niet zeuren.
Low & slow: Laat die smaken tijd nemen, haast verknalt alles.
Dag twee is beter: Maak dit een dag eerder, warm op, en je hebt next-level spul.
Shoutout naar de groten
Bottura’s geniale twist: dat roosteren, pure klasse.
Contaldo’s vibe: verse basilicum en tomaten waar je u tegen zegt.
Bastianich’s wijsheid: seizoensshit rules.
Dit is geen soep, dit is een statement. Eet smakelijk, of zoals die Italianen brallen: Buon appetito, stronzo!
200 g rookspek, in 3 even grote stukken gesneden. 1 varkenspoot. 500 g runder- of kalfsschenkel, aan één stuk. 1 soepkip van circa 2 kg. 1 bouquet garni van 3 takjes verse tijm, 3 takjes peterselie, 1 laurierblad, 2 tot 3 kruidnagels en een paar peperkorrels. 125 g serranoham, aan één stuk. 125 g bloedworst. 3 liter water, plus 1,25 dl water. 4 vaste aardappels, geschild en in blokjes gesneden. 3 preien, met het malse groen, in plakjes gesneden 3 wortels, geschild en in dikke plakjes gesneden. 2 middelgrote meirapen, geschild en in acht stukjes verdeeld. 100 g rondkorrelige witte rijst of 45 g gebroken eiermie. zout en versgemalen peper naar smaak. 300 g chorizo. 1 tot 2 eetlepels olijfolie 300 g grof gehakte wittekool.
Bereiding.
Verwijder eventuele ongerechtigheden uit de kikkererwten.
Spoel ze onder de koude kraan, doe ze in een kom en giet er zo veel koud water over dat ze onderstaan. Laat een nacht in de koelkast weken. Giet de kikkererwten de volgende dag af en doe ze in een grote, diepe pan. Voeg het spek toe. Breng een voor driekwart gevulde pan water aan de kook. Doe er de varkenspoot, runder- of kalfs- schenkel en de kip in en blancheer ze 5 minuten. Neem ze uit de pan en doe ze vervolgens in de pan met de kikkererwten. Doe de ingrediënten voor het bouquet garni in een stuk neteldoek, breng de hoeken samen en bind met keukengaren op tot een kruidenbuiltje. Doe dit bouquet garni, de ham, bloedworst en de 3 liter water in de pan en breng aan de kook op een hoog vuur. Draai het vuur laag en schep er naar boven drijvend schuim af. Leg het deksel ор de pan en laat circa 2,5 uur stoven tot de vleessoorten botergaar zijn en van de botten loskomen. Voeg de aardappels, prei, wortels en meiraapjes toe nog circa 35 minuten stoven tot de groenten gaar zijn. Neem de vleessoorten uit de pan en snijd ze in blokjes. Zet weg. Schep 1,5 liter kooknat uit de pan en giet in een andere pan. Bren aan de kook en voeg de rijst of mie toe. Kook de mie in een aantal minuten gaar en de rijst in circa 20 minuten. Breng op smaak met zout en peper. Prik de chorizo hier en daar in met een vork. Bak de chorizo in de olijfolie in een grote koekenpan op een middelhoog vuur, waarbij je de worst af en toe omdraait, tot hij bruin is. Voeg de kool en de 1,25 dl water toe en laat circa 8 minuten zachtjes koken tot de kool gaar en de chorizo doorgewarmd is. Neem de chorizo uit de pan en snijd hem in plakjes. Schep voor het serveren de kikkererwten en groenten met een schuimspaan uit het kooknat en schep ze in het midden van een grote, diepe dienschaal.
Schik er de vleessoorten op en gooi de botten weg.
Schep er wat kooknat over om het geheel een beetje sappig te maken. Serveer de rijst of mie met bouillon als eerste gang, dan de chorizo en kool als tweede gang en ten slotte de kikkererwten, groenten en het vlees als derde gang.
zout, 1/3 olijfolie en azijn in een pot met een goed sluitend deksel en schud. Zet circa 1 week in de koelkast. (je hebt niet alle saus nodig, het is tot 2 maanden in de koel- kast te bewaren.) Schud goed voor het gebruik. Doe de knoflook, gerookte paprika, oregano, citroensap, cayennepeper, overige olijfolie en chilipepers in een blender en vermaal het tot een saus. Wrijf dit mengsel over de kippendijen en doe ze in een kom. Dek de kom af en zet 4 uur in de koelkast. Verwarm de grill voor of maak een houtskool- vuur. Neem de kippendijen uit de marinade en bewaar de marinade. Rijg de kip aan metalen pennen Bestrooi met zout. Grill of rooster ze tot dat ze gaar zijn waarbij je ze één keer omdraait en een paar keer met de marinade bedruipt. Schik de spiesjes in een dienschaal en garneer met de partjes citroen. Serveer met brood of patat en geef er de piri-piri-saus apart bij om de kip in te dopen.
Verwarm de oven vast voor op 200 graden. Bladerdeeg 10 minuten laten ontdooien op het aanrecht. De bakvorm invetten met een beetje boter of olie.
De bakvorm bekleden met het bladerdeeg. Prik een paar gaatjes in het deeg met een vork. De spekreepjes, knoflook, trostomaat, komijnpoeder en rucola heel even bakken in een koekenpan. De spekreepjes mengsel verdeel je over de bodem van de bakvorm. In een kom de eieren, room, zout en peper even loskloppen. Dan de gruyiere kaas erdoor mengen en nog even doorroeren. Giet dit mengsel over de spekreepjes heen. Even de bovenkant mooi glad strijken. Bak de quiche op 200 graden in minimaal 30 minuten gaar. Je kan met een sateprikker controleren of de quiche al klaar is.
Flikker alles bijelkaar en laat de spareribs minimaal 48 uur marineren in deze marinade, of zet het op een zacht vuurtje en gaar de spareribs gaar tot dat het vlees bijna van het bot valt, de marinade daarna licht inkoken, de spareribs afgrillen op de BBQ of hete lucht oven, bestrijken met de ingekookte marinade en nog een paar minuutjes terug op de BBQ of in de oven.
2 el verse kurkuma (of 1 el poeder als je lui bent)
1 el gember, geraspt tot pulp
2 tl korianderpoeder
1 tl witte peper, voor die kick
3 el kecap manis – zoet, sticky goud
Sap van 1 limoen, fris en fel
Boemboe (de smaakbom)
8 sjalotten, hakken maar
5 knoflookteentjes
5 kemirinoten, niet overslaan
2 tl korianderzaad
1 tl komijnzaad
3 rode pepers (meer als je ballen hebt)
1 tl terasi, stinkt maar maakt het af
1 tl nootmuskaat, voor diepte
De stoof zelf:
1,5 kg lamschouder, in dikke hompen
3 citroengrasstengels, mep ze plat
4 cm galangal, in schijven
5 kaffir limoenblaadjes, scheuren mag
3 daun salam (of laurier als je niet fancy bent)
500 ml dikke kokosmelk, geen light onzin
3 el tamarindepasta, zuur en goed
3 el palmsuiker, voor die bruine vibe
2 kaneelstokjes
3 steranijs, trust me
3 aardappels, in kwarten
3 wortels, grof gehakt
1 kleine ananas, in blokken – ja, echt
Zout, doe wat goed voelt
Olie, scheutje hier, scheutje daar
Verse kemangi (of basilicum), voor de show
Bereiding.
Marinade knallen: Gooi alles voor de marinade in een bak, smeer dat lam ermee in alsof je het een massage geeft. Minimaal 4 uur laten staan, nachtje is nog beter. Laat die smaken erin trekken, man.
Boemboe fiksen: Hak en maal die kruidenpasta tot een gladde bende. Vijzel of blender, wat jij wil, als het maar geurt als Java.
Lam aanzetten: Olie in de stoofpan, heet maken, lam erin. Bak het bruin, korstje erop, smaak erin. Haal eruit, niet wegvreten nog.
Boemboe laten zweten: Scheut olie, boemboe erin, paar minuten bakken tot je huis ruikt als een warung. Olie scheidt? Perfect.
Stoof opbouwen: Lam terug, citroengras, galangal, limoenblad, salam, kaneel, steranijs – alles erin. Roeren tot het één grote chaos is.
Laten pruttelen: Kokosmelk en water tot het lam koppie onder staat. Aan de kook, dan vuur laag, deksel erop, 2 uur chillen. Roer af en toe, blijf niet staan staren.
Groenten en extra’s: Na 2 uur tamarinde, palmsuiker, aardappels, wortels en – bam – ananas erin. Nog 30-40 minuten zonder deksel, laat die saus indikken tot een dikke jongen.
Finish him: Proeven, zout erbij, klaar. Vis die kaneel en steranijs eruit als je netjes wil doen.
Opscheppen: Kemangi erover strooien, alsof je een chef bent. Serveren met jasmijnrijst en een dot sambal voor wie durft.
Waarom dit de bom is
Ananas? Ja, voor die zoete frisheid die je niet ziet aankomen. Kecap in de marinade maakt dat lam sticky en diep. Kaneel en steranijs geven een warme hug, en die kemangi is de kers op de taart. Javaans, maar dan next level.
4 sjalotten—pel ze als een pro, geen luie ui hier.
3 teentjes knoflook—sla ze plat, laat ze zweten.
2 rode chilipepers—breng de hitte, maar overdrijf niet, tenzij je een daredevil bent.
1 tl komijn—geen stoffig poeder van twee jaar oud, vers graag.
1 tl koriander—zelfde verhaal, vers is king.
½ tl kurkuma—geeft die gouden glow.
1 cm gember—vers, rasp die shit.
1 cm laos (galanga)—vind je het niet? Skip het, maar je mist wel wat.
1 stengel citroengras (alleen het witte deel)—sla het plat, laat het z’n werk doen.
Voor de soep:
1 liter kippen- of groentebouillon—zelfgemaakt of uit een blokje, ik oordeel niet.
1 kop pindakaas—puur, geen suikerzooi, we zijn geen kleuters.
½ kop rauwe pinda’s—ga ze roosteren, trust me.
2 wortels—in plakjes, niet te dun, niet te dik.
2 aardappelen—in blokjes, geen rocket science.
1 blik kokosmelk (400 ml)—optioneel, voor als je van creamy houdt.
1 kop gekookte kip of tofu—als je zin hebt, anders niet.
Zout en peper—naar smaak, jij bent de baas.
Pindaolie (of whatever olie)—om te bakken, geen olijfolie, dat’s voor Italianen.
Bereiding.
Hoe je het fikst (geen excuses)
Bumbu knallen:
Gooi al die bumbu-ingrediënten in een blender en hak ze fijn tot een gladde pasta. Dit is de ziel van je soep, dus geen half werk. Smooth, geen chunky troep.
Pinda’s roosteren:
Pak een droge pan, middelhoog vuur, en rooster die rauwe pinda’s tot ze goudbruin zijn en je huis ruikt als een pinda-paradijs. Niet verbranden, anders ben je een noob. Laat afkoelen en hak ze fijn—blender, vijzel, wat je ook hebt.
Bumbu bakken:
Scheutje pindaolie in een grote pan, middelhoog vuur. Bak die bumbu tot je buren komen klagen over de geur—ongeveer 5 minuten. Het moet lekker ruiken, niet verbrand.
Groenten erin:
Wortels en aardappelen erbij, bak ze 5 minuten mee. Laat ze die bumbu opslurpen alsof ze op een spa-dag zijn.
Bouillon erbij:
Giet die liter bouillon in de pan, breng aan de kook, zet het vuur lager en laat sudderen tot de groenten gaar zijn—15-20 minuten. Geen haast, good shit takes time.
Pinda-power:
Roer de pindakaas en gemalen pinda’s erdoor. Voeg kokosmelk toe als je van romig houdt—ik doe het, want waarom niet? Laat nog 10 minuten pruttelen, zodat de smaken samensmelten.
Extra’s (als je wil):
Gooi de kip of tofu erin, warm even mee—2-3 minuten, niet langer, anders wordt het rubber.
Proeven en pimpen:
Proef die soep. Te flauw? Zout. Te dik? Scheutje water. Te dun? Laat inkoken. Jij bent de chef, niet ik.
Serveren als een king:
Schep in kommen, gooi er gehakte pinda’s, koriander, gebakken sjalotjes en een drizzle chiliolie overheen als je ballen hebt. Serveer met rijst, ketupat of gewoon een dik stuk brood. Of drink het straight uit de kom—ik oordeel niet.
Dimitri’s Indo-tips (want ik weet wat ik doe)
Vegetarische vibes: Skip de kip, gooi er tofu of extra groenten in. Easy.
Spice level: Bang voor pit? Minder chili’s. Wil je huilen? Meer chili’s. Your call.
Fancy maken: Zelf gebakken sjalotjes? Dun snijden, frituren in olie tot ze goud zijn. Impress je vrienden.
Leftovers: Dag 2 is deze soep nog dikker en beter. Als je geduld hebt.
Waarom dit de bom is
Deze pindasoep is geen slap aftreksel—het is de real deal, met respect voor de Indo-meesters maar met mijn eigen twist. Het is als een knuffel van je Indo-oma, maar dan met een kick. Romig, pittig, vol umami, en zo lekker dat je je lepel aflikt. Eet smakelijk, en vergeet niet om me later te bedanken!
1,5 kg runderstoofvlees (sukade of riblappen, want we gaan niet voor dat droge supermarktspul). Snijd het in blokjes van 2,5 cm, of doe maar wat, ik ben je moeder niet.
2 grote uien, fijn gesnipperd (ja, je gaat janken, maar dat is goed voor je karma).
4 teentjes knoflook, fijngehakt (tegen vampiers en mensen die te dichtbij staan in de tram).
3 eetlepels Hongaarse zoete paprika (edelzoet, want we zijn fancy, ook al zien we eruit als een aardappel).
1 theelepel Hongaarse hete paprika (optioneel, voor als je stoer wilt doen, maar eigenlijk niet tegen pittig kan).
1 theelepel karwijzaad (kummel, geen komijn, anders sturen de Hongaren een boze brief).
2 laurierblaadjes (om te laten zien dat je een serieuze kok bent, ook al ben je dat niet).
Zout en versgemalen zwarte peper (want zonder smaakt het naar karton, en dat wil niemand).
2 eetlepels reuzel (of olie als je een healthfreak bent, maar dit is goulash, geen yoga-retraite).
1 liter water of runderbouillon (bouillon is voor winnaars, water voor mensen die te lui zijn om naar de winkel te gaan).
Optioneel: 1 eetlepel tomatenpuree (als je denkt dat je Gordon Ramsay bent, maar laten we eerlijk zijn, dat ben je niet).
Bereiding.(pak een wijntje, dit wordt een avontuur)
Snijd dat vlees in blokjes van 2,5 cm. Geen liniaal? Gokken mag, maar als het mislukt, wijs je niet naar mij. Dep het droog met keukenpapier, want nat vlees bakt voor geen meter en spettert als een slechte actiefilm. Snipper de uien zo fijn dat je je afvraagt waarom je dit jezelf aandoet. Spoiler: voor de smaak, sukkel.
Uien fruiten
Smijt die reuzel (of olie, watje) in een grote stoofpan en zet het vuur middelhoog. Gooi de uien erin en bak ze 10-15 minuten tot ze goudbruin zijn. Roer af en toe, anders eindig je met een aangebrande bende en een schuldgevoel. Dit is het moment om te huilen – niet alleen om de uien, maar ook om je levenskeuzes.
Knoflook erbij
Flikker de knoflook in de pan en bak ‘m 1 minuut mee. Ruikt het goddelijk? Mooi, je doet iets goed. Ruikt het niet? Dan heb je waarschijnlijk je vingers erbij gehakt, succes ermee.
Vlees aanbraden
Zet het vuur hoog, dump het vlees erin en bak het bruin aan alle kanten. Reken op 5-7 minuten chaos. Je keuken wordt een slagveld van spetterende olie, maar dat is het teken dat je leeft. Als het niet spettert, ben je te voorzichtig – leef een beetje, man.
Tomatenpuree (optioneel)
Voel je je een culinair genie? Roer dan die tomatenpuree erdoor en bak ‘m kort mee. Geeft extra diepte, zeggen de pro’s. Sla je het over? Ook prima, ik vertel het niet verder.
Specerijen toevoegen
Zet het vuur laag, want als je paprika in een hete pan gooit, wordt het bitter en smaakt je goulash naar je laatste ruzie. Strooi de zoete paprika, hete paprika (als je ballen hebt), karwijzaad, zout en peper erover. Roer het door alsof je een kunstwerk maakt – dat doe je ook, soort van.
Vloeistof erin
Giet de bouillon (of water, luilak) in de pan tot het vlees net onder staat. Smijt de laurierblaadjes erbij, want die maken je gerecht Instagram-waardig. Of niet, maar het voelt professioneel.
Stoven
Breng het aan de kook, draai het vuur dan zo laag dat het nog net pruttelt. Deksel erop en laat het 2 tot 2,5 uur sudderen. Ja, dat is lang. Nee, je kunt het niet haasten. Ga Netflixen of bedenk hoe je je buren gaat afwijzen als ze komen bedelen om een hapje. Roer af en toe en voeg water toe als het te droog wordt – het moet stevig zijn, geen woestijn.
Proeven en fixen
Proef de goulash (pas op, heet!) en gooi er extra zout en peper bij als het nog wat pit nodig heeft. Haal de laurierblaadjes eruit, tenzij je van kauwen op karton houdt.
Rusttijd
Laat het 30 minuten staan voor je het opschept. Dit is wanneer de magie gebeurt, zoals bij wijn die je te lang laat liggen. Nog beter: maak het een dag eerder en warm het op. Dan is het zo goed dat je jezelf een medaille wilt geven – of een tweede glas wijn, want je bent een held.
Serveertip (om te flexen op je gasten, of gewoon op jezelf):
Smijt die goulash op een bord met knapperig brood, gekookte piepers of eiernoedels. Wil je extra punten? Klodder er een lepel zure room op en strooi wat peterselie voor de show. Zeg tegen iedereen dat je dit recept van een oude Hongaarse oma hebt, ook al komt het gewoon uit mijn verwarde brein. Ze trappen erin.
Tips van Hongaarse Meesterkoks (of wat ik heb opgepikt na te veel pálinka):
Paprika: Gebruik echte Hongaarse, anders wordt het niks en staat er ineens een boze oma voor je deur.
Reuzel: Het geheime wapen. Geeft smaak waar olie alleen maar van droomt. Bang voor je cholesterol? Neem olie en huil stilletjes in de hoek.
Langzaam garen: Dit is geen sprint, maar een marathon. Laat het vlees zo mals worden dat het uit elkaar valt, anders kun je net zo goed afhaalpizza bestellen.
Smaakbom: Maak het een dag eerder. De smaken worden dan zo intens dat je jezelf een high-five geeft – of een derde wijntje, want waarom niet?
Met deze goulash breng je Hongarije naar je keuken, plus een flinke dosis lol. Want als je niet kunt lachen om je eigen kookfratsen, wat doe je dan überhaupt met een pollepel in je hand? Eet smakelijk, held, en geef jezelf een schouderklopje. Je verdient het.
2 eetlepels plantaardige olie (Azië style, geen olijfolie!)
1 ui, fijngesneden
2 teentjes knoflook, fijngesneden
1 rode peper, fijngehakt (voor de durfals!)
1 wortel, in dunne reepjes (lekker fancy)
100 gram witte kool, fijngesneden
100 gram taugé (vers, anders skippen)
2 bosuien, in ringetjes
1 eetlepel oestersaus (umami knalt eruit!)
2 eetlepels ketjap manis (zoet en sticky, YES!)
1 eetlepel sojasaus (licht)
1 theelepel sesamolie (nutty vibes!)
Versgemalen zwarte peper (geen poeder, doe het goed)
GARNERING (want het oog wil ook wat)
Gebakken uitjes (crunch voor je leven)
Verse koriander, grof gehakt (love it or hate it)
Schijfjes limoen (frisheid on top!)
Bereiding.
STAP 1: MARINATE DIE SHIT
Gooi de kip en garnalen in een kom met sojasaus, gember en knoflook. MIX IT UP! Laat het 15 minuten staan, zodat die smaken erin knallen. BOEM!
STAP 2: NOEDELS KLAARMAKEN
Kook de mie zoals de verpakking zegt. SPOEL MET KOUD WATER! Waarom? Geen plakzooi in je wok. Laat uitlekken en zet apart. READY!
STAP 3: KIP EN GARNALEN BAKKEN
Wok op HOOG VUUR, 1 eetlepel olie erin. Kip erin, roerbak 2-3 minuten tot hij gaar is. Garnalen erbij, 1-2 minuten tot ze roze zijn. Haal eruit, keep it cool. MALS AS FUCK!
STAP 4: GROENTEN AAN DE BAK
Nog 1 eetlepel olie in de wok. Ui, knoflook en rode peper erin, 1 minuut bakken tot het ruikt als HEAVEN. Wortel en kool erbij, 2-3 minuten roerbakken. Taugé en bosui erin, nog 1 minuut. CRUNCHY MOET HET ZIJN!
STAP 5: ALLES SAMEN SMASHEN
Noedels in de wok bij de groenten. Oestersaus, ketjap manis, sojasaus en sesamolie eroverheen. ROER HET DOOR ELKAAR ALS EEN BAAS! 2-3 minuten bakken. Kip en garnalen terug, nog een keer mixen. Peper erop, BAM! 💥
STAP 6: OP JE BORD,
Schep die bami op borden of in kommen. Gebakken uitjes en koriander erover strooien. Extra fris? Knijp wat limoen erover. KLAAR OM TE VLIEGEN!
TIPS OM TE SHINEN
WOK OP MAX: Heet vuur = die echte smaak.
VERS IS KING: Geen slappe groenten, hou het fris!
SMAAK EXPLOSIE: Ketjap, oestersaus en soja maken het AF!
DOE JE DING: Gooi er paksoi of tofu bij als je wilt, maar dit is al LIT!
Dit is bami goreng zoals je het NOOIT proefde. Kort, krachtig en vol energie, net zoals ik het doe! NU AAN DE SLAG EN GENIETEN!
20-25 vellen rijstpapier 310 g kipgehakt (of half krab, half varkensgehakt 20 g glasvermicelli 1 wortel, in dunne repen gesneden 1/4 kool, in dunne repen gesneden 2 lente-uitjes, fijngehakt 1 tl suiker
1/2 tl zout
1/2 tl witte peper
1 el oestersaus 3 teentjes knoflook fijngehakt 3 el plantaardige olie extra olie voor frituren 1 ei losgeklopt slablaadjes muntblaadjes, fijngesneden
Bereiding.
Week de mie 5 minuten in heet water, totdat hij zacht is. Giet de mie af, snijd deze in stukken van 5 cm en zet de mie dan apart. Schenk vervolgens 3 eetlepels olie in een wok of koekenpan, voeg de knoflook en het kippenvlees (of krab en varkensvlees) toe en bak dit rul in 8 minuten. Voeg dan de kool, wortel, lente-ui en mie toe en bak de groenten zacht in ongeveer 3 minuten op een hoog vuur. Zet de pan daarna van het vuur en voeg het zout, de suiker, peper en oestersaus toe, roer alles goed door. Bestrijk, als het mengsel is afgekoeld, de vellen rijst- papier aan beide zijden met water, om te voorkomen dat ze uitdrogen en breken; of dompel ze in warm water. Leg 1 eetlepel van het mengsel op elke papier, vouw de zijkanten eerst, rol ze vervolgens op en plak ze dicht met het geslagen ei. Zet de pakketjes in de koelkast tot gebruik. Verwarm vervolgens de extra olie in de wok of koekenpan en frituur de loempia’s totdat ze goudbruin zijn. Serveer de loempia’s op slabladeren, gegarneerd met munt en geef er zoete chilisaus bij.