Kou rou (gesmoorde spek) 4 personen

1 kg varkensbuik (met vel, goeie kwaliteit, geen supermarkt-rotzooi)

3 eetlepels Shaoxing-wijn (of sherry als je lui bent)

2 eetlepels donkere sojasaus

1 eetlepel lichte sojasaus

1,5 theelepel vijfkruidenpoeder (gewoon doen, trust me)

1 theelepel saffraan (ja, fancy shit, week het in 2 eetlepels warm water)

4 cm gember, in plakjes gehakt

3 lente-uitjes, in grove stukken

2 steranijs

1 kaneelstok (niet skippen)

3 eetlepels palmsuiker (bruine suiker mag ook, whatever)

2 eetlepels olie

600 ml kippenbouillon (zelf maken of goeie kopen, geen blokjes troep)

1 eetlepel hoisinsaus (voor die extra kick)

Voor de topping en shit:

100 g gefermenteerde tofu (rode, hak het fijn, ruikt raar maar is goud)

2 eetlepels pinda’s, geroosterd en gehakt

Bosje koriander, grof eroverheen

1 rode chili, in ringetjes (skip als je niet tegen pit kan)

2 eetlepels ingelegde daikon (rettich, snij klein)

1 eetlepel yuzu-honing (of honing met citroen, doe niet moeilijk)

1 theelepel sesamzaad, even roosteren





Bereiding.

Stap 1: Varkensbuik fixen

Hak die varkensbuik in blokken van 5×5 cm. Gooi ze 5 minuten in kokend water, vis ze eruit, spoel af, dep droog – klaar.

Pak een dikke pan (gietijzer als je ballen hebt), hitte erop, olie erin. Bak die blokken tot de huid goudbruin is, een minuut of 5, niet slap doen.

Gooi Shaoxing-wijn, beide sojasauzen, vijfkruiden, hoisin, palmsuiker, gember, lente-ui, steranijs en kaneel erin. Roer het door, laat het 2-3 minuten stinken van de geur.

Giet die saffraan met water en de bouillon erbij, breng aan de kook, zet laag, deksel erop en laat 3 uur pruttelen. Dat vlees moet zo zacht zijn dat je oma het zonder tanden eet.

Haal het vlees eruit, zeef de saus, kook die in tot-ie dik en glossy is (10 minuten, niet langer treuzelen).

Stap 2: Afmaken

Snij het vlees in plakken of laat het in blokken – jouw call. Gooi het op een warm bord.

Smeer wat yuzu-honing erover, geeft glans en een zoete tik.

Lepel die ingekookte saus er royaal overheen, geen gezeik met te weinig.

Stap 3: Oppimpen en opdienen

Strooi die gefermenteerde tofu, pinda’s, koriander, chili, daikon en sesamzaad erover – het wordt een feestje op je bord.

Serveer met de rest van de saus ernaast, dippen of druppelen, wat jij wil. Rijst of paksoi erbij als je honger hebt, anders gewoon zo aanvallen.

Shoutout naar de bazen

Martin Yan: Die gast snapt langzaam stoven, pure malsheid.

Ken Hom: Steranijs en hoisin, bam, smaakbom.

Fuchsia Dunlop: Gefermenteerde tofu en pinda’s, Sichuan-style madness.

Dit is Kou Rou, straight up, met saffraan voor de flex en toppings die je smaakpapillen een rondje laten dansen. Enjoy, of niet – jouw probleem. 

@DimitriVistick out.


Print pagina

Spaghetti Alla Carbonara 4 personen

400 gram spaghetti – Goede kwaliteit, want die goedkope troep verknalt alles.

150 gram guanciale – Wangspek, mensen, pancetta is voor de luie types.

4 eidooiers – Van blije kippen, want dat proef je.

100 gram Pecorino Romano – Vers geraspt, geen voorverpakte rommel.

50 gram Parmigiano Reggiano – Idem dito, alleen het beste.

Zwarte peper – Versgemalen, poeder is voor amateurs.

Zeezout – Voor dat pastawater, doe niet moeilijk.


Optioneel: gerookt paprikapoeder – Een snufje, voor die Dimitri-vibe.



Bereiding.

Pasta koken

Zet een grote pot water op, gooi er een flinke snuf zeezout in en breng aan de kook. Kook die spaghetti al dente – niet te slap, hè. Bewaar een kopje kookwater voor later en giet de rest af.

Guanciale knapperig maken

Snijd die wangspek in blokjes en bak ze in een droge pan op middelhoog vuur. Wacht tot het vet eruit smelt en het spul krokant wordt. Haal de guanciale eruit, maar laat dat goddelijke vet in de pan.

Saus mixen

Klop de eidooiers los in een kom, gooi de Pecorino en Parmigiano erbij en maal er een berg zwarte peper overheen. Optioneel: een snufje gerookt paprikapoeder voor die rokerige twist waar ik zo van hou. Roer tot het een dikke, cheesy massa is.

Alles samenvoegen

Gooi de afgegoten spaghetti in de pan met dat guanciale-vet. Haal de pan van het vuur (belangrijk!) en roer het eimengsel erdoor. Te droog? Splash wat van dat kookwater erbij tot het silky smooth is. Gooi de guanciale terug in de mix.

Serveren als een baas

Schep het op borden, strooi er extra kaas en peper overheen en klaar ben je. Eet smakelijk, vrienden!

Waarom dit recept de bom is:

Guanciale – Authentiek, vettig, perfect. Geen discussie.

Dubbele kaas – Pecorino voor die scherpe kick, Parmigiano voor de diepte. Why choose one?

Paprikapoeder-twist – Een subtiele rokerige vibe die deze carbonara next level maakt.

Probeer dit thuis en laat me weten hoe het je afgaat. Tag me met @DimitriVistick #CarbonaraMetEenTwist en laat die traditionele Italianen maar janken. Ciao, tot de volgende!

Print pagina

Semur Daging 4 personen

1 kg runderprocereur, in stukken van 5 cm gehakt – want we doen niet aan half werk

4 sjalotten, dun gesneden

4 teentjes knoflook, dun gesneden

1 tl gemalen nootmuskaat

4 kruidnagels

1 kaneelstokje

½ tl witte peper

100 ml kecap manis (zoete sojasaus)

2 el sojasaus (de zoute variant)

300 ml runderbouillon

1 el tamarindepasta – geloof me, dit is je geheime wapen

2 daun salam (Indonesische laurierblaadjes) – geen idee waar je die vindt? Skip ze of gebruik een gewoon laurierblad

1 tl vissaus

2 middelgrote aardappels, geschild en in blokjes

100 g shiitake-paddenstoelen, gesneden

Plantaardige olie, om te bakken

Gebakken uitjes, voor de garnering




Bereiding.

Hoe je het maakt (op het fornuis)

Verhit wat olie in een grote, dikke pan op middelhoog vuur. Gooi de sjalotten erin en bak ze tot ze goudbruin zijn en ruiken als de hemel (zo’n 3-4 minuten).

Knoflook erbij, nog een minuutje bakken tot het geurt.

runderprocereur erin, bak ze aan alle kanten bruin. Dit duurt zo’n 5-7 minuten en houdt de smaak vast.

Kruiden erop: strooi de nootmuskaat, kruidnagels, kaneelstokje en witte peper erover. Roer even goed.

Giet de vloeistoffen erbij: kecap manis, sojasaus, runderbouillon en tamarindepasta. Daun salam en vissaus erin gooien.

Breng aan de kook, zet het vuur laag, doe de deksel erop en laat het 2 uur sudderen. Af en toe roeren, zodat het niet aanbakt.

Aardappels toevoegen na 2 uur, nog 20 minuten laten pruttelen tot ze bijna gaar zijn.

Shiitake erin, nog 10 minuten koken tot alles perfect is.

Proef en pas aan: meer zout, suiker of kecap manis als het nodig is om die balans te krijgen.

Serveer heet met gestoomde rijst en een flinke lading gebakken uitjes.

Alternatieve methodes

Slowcooker: Na stap 5 alles in de slowcooker flikkeren. 6-8 uur op laag. Aardappels en paddenstoelen in het laatste uur toevoegen.

Snelkookpan: Na stap 5, 45 minuten op hoge druk. Druk natuurlijk laten ontsnappen, dan aardappels en paddenstoelen erbij voor nog 10 minuten op lage druk of sauté-stand.

Tips voor succes

runderprocereur: Deze jongens worden boterzacht na lang koken. Geen runderprocereur ? Gebruik sukadevlees.

Tamarindepasta: Snijdt door de zoetheid heen als een baas. Geen tamarinde? Een scheutje citroensap kan ook.

Shiitake-paddenstoelen: Umami-bommetjes. Geen shiitake? Gewone champignons werken ook.

Balans is alles: Indonesisch eten draait om zoet, zout en zuur. Proef en tweak met kecap, soja of tamarinde.

Hoe je het opdient

Serveer deze jongen in een diepe kom, met het vlees, de aardappels en paddenstoelen zwemmend in die glanzende saus. Stapel er gestoomde rijst bij en strooi die gebakken uitjes erover alsof je het meent. Wil je all-in Indonesisch? Zet er een schaaltje acar (ingelegde groenten) of een dot sambal bij voor wat pit.

Deze Semur Daging is een ode aan de Indonesische grootmeesters, met een moderne twist die je kop eraf blaast. Het vlees valt uit elkaar, de saus is rijk en perfect in balans, en de shiitake geeft een diepte waar je steeds voor terugkomt. Eet smakelijk!

Print pagina

Thaise Tom Kha Kai 4 personen

500 g kippendijen, dun gesneden (dijen voor die juicy bite)  

400 ml kokosmelk (volle bak, geen light onzin)  

500 ml kippenbouillon (zelf getrokken of topkwaliteit)  

2 stengels citroengras, gekneusd en gehakt  

4 cm galangal, in plakjes (Thaise gember, geen gewone troep)  

5 kaffirlimoenblaadjes, gescheurd voor de geur-bom  

2-3 rode chili’s, in ringetjes (meer pit? Gooi er meer in)  

3 el vissaus (umami to the max)  

1 el palmsuiker (bruine suiker mag ook)  

Sap van 2 limoenen (vers, anders skippen)  

200 g oesterzwammen, gescheurd (of shiitake voor een twist)  

1 rode paprika, in reepjes (kleur en crunch, baby)  

Kokosolie om te bakken (vibe check)

Dimitri’s Unieke Twists (hier ga je voor vallen)

1 el witte misopasta (Japanse umami-hack, sneaky goed)  

Scheutje sesamolie (Koreaanse nootachtige touch)  

Snufje yuzu kosho (Japanse citrus-chili power, fris en fel)

Garnering (want het oog eet mee)

Verse korianderblaadjes  

Thaise basilicum (of gewone als je moet)  

Geroosterde sesamzaadjes (crunch time)  

Paar druppels chili-olie (doe het, trust me)




Bereiding.

    Kip op smaak brengen:

    Flikker die kipreepjes in een kom met 1 el sojasaus, 1 tl geraspte gember en 1 gehakt knoflookteentje. Laat 15 minuten marineren terwijl jij de rest regelt. Chinese move, Jet Tila-approved.

    Aromaten losgooien:

    Hit een scheut kokosolie op in een grote pan, middelhoog vuur. Citroengras, galangal en kaffirblaadjes erin—2 minuten bakken tot je keuken ruikt als een Thaise tempel. Niet laten aanbranden, gewoon de geuren vrijlaten.

    Basis leggen:

    Giet de bouillon en kokosmelk erbij, roer en breng aan de kook. Zodra het bubbelt, vuur laag en 10 minuten laten pruttelen. Hier begint de soep te shinen.

    Kip en groenten droppen:

    Kip, oesterzwammen en paprika erin. 8-10 minuten sudderen tot de kip gaar is en de groenten nog bite hebben. Slappe zooi? Niet bij mij.

    Smaak fixen:

    Vissaus, palmsuiker, limoensap, miso pasta en een scheut sesamolie erdoor roeren. Proeven! Zoet, zuur, zout en umami moeten knallen. Te scherp? Beetje suiker. Te tam? Extra vissaus. Jij bepaalt.

    De Dimitri-twist:

    Snufje yuzu kosho erin voor een frisse, pittige uppercut. Japanse vibes die deze soep legendarisch maken.

    Serveren als een baas:

    Schep in kommen, pimp met koriander, basilicum, sesamzaadjes en chili-olie. Zet neer met een smirk, want je hebt goud in handen.

    Dimitri’s Pro Tips

    Vegan move: Kip en vissaus skippen, tofu en sojasaus erin. Bam, geregeld.  

    Extra crunch: Bak wontonreepjes krokant en strooi erover. Game changer.  

    Sidekick: Jasmijnrijst of een Thais broodje om te dippen.  

    Dag erna: Warm op met een scheut kokosmelk, smaken worden alleen maar dieper.

    Waarom Dit Recept Alles Sloopt

    Deze Tom Kha Kai is Thais tot in z’n ziel, maar met een Dimitri-draai die het uniek maakt. Miso en yuzu kosho brengen Japanse finesse, sesamolie een Koreaanse knipoog, en de rest is pure Thaise klasse. Geïnspireerd door David Thompson’s precisie, Jet Tila’s bravoure en Sujet Saenkham’s roots heb ik een soep neergezet die je warm houdt én verrast. Dit is geen eten, dit is een avontuur.

    Dus hup, keuken in, gooi wat dikke tunes aan en maak deze Tom Kha Kai. Post je kunstwerk op X en tag 

    @DimitriVistick

    —ik wil zien hoe jij dit rockt. Eet smakelijk, legends! 🍲💥

    Print pagina

    Babi Pangang 4 personen

    1 kg varkensschouder (malser dan die klassieke varkensbuik, trust me)

    3 el sojasaus (geen goedkope troep, ga voor kwaliteit)

    2 el Shaoxing rijstwijn (of droge sherry als je even krap zit)

    1 el vers geraspte gember (poeder is geen optie, we doen dit echt)

    3 teentjes knoflook, fijngehakt (vers, altijd vers)

    1 tl Chinees vijfkruidenpoeder (de magic touch)

    1 el honing (voor die sticky perfectie)

    1 tl sesamolie (umami in een druppel)

    Zout en peper (naar smaak, maar wees niet te voorzichtig)

    Voor de zoetzure saus:

    100 ml rijstazijn (subtiele scherpte, precies wat we willen)

    100 g bruine suiker (diepte in je saus, baby)

    3 el ketchup (ja, echt – blijf bij me)

    2 el sojasaus

    1 el tomatenpuree (voor extra body)

    100 ml ananassap (de tropische gamechanger)

    1 rode chilipeper, fijngehakt (optioneel, voor de daredevils)

    1 teentje knoflook, fijngehakt

    1 tl maïzena, opgelost in 2 el water (voor die silky finish)

    Garnering:

    Verse koriander, grof gehakt (frisheid in je face)

    Lente-ui, in ringetjes (crunch en kleur)

    Sesamzaadjes (voor de insta-vibes)

    Serveren met:

    Gestoomde jasmijnrijst of gebakken noedels 




    Bereiding.

    Snijd die varkensschouder in plakken van 1,5 cm dik. Perfecte balans, niet te dun, niet te dik.

    Meng in een kom de sojasaus, rijstwijn, gember, knoflook, vijfkruidenpoeder, honing en sesamolie. Dit is je marinade, en het is pure gold.

    Gooi het vlees erin, masseer het goed in, dek af en laat het minimaal 2 uur marineren in de koelkast. Wil je echt next level? Laat het een nachtje staan. Geduld is je vriend hier.

    Stap 2: Sous-vide (optioneel, maar waarom niet?)

    Heb je een sous-vide apparaat? Gebruik het! Vacumeer dat gemarineerde vlees en gaar het 4 uur op 65°C. Het resultaat is zo mals dat je niet weet wat je overkomt.

    Geen sous-vide? Geen paniek, we roosteren het gewoon. Maar als je het hebt, doe het – het tilt alles naar een ander universum.

    Stap 3: Rooster het vlees

    Verwarm je oven voor op 220°C. We gaan voor heet en knapperig.

    Leg het vlees op een rooster met een bakplaat eronder (voor het vet, je weet wel). Pro tip: smeer er wat extra honing overheen voor die glanzende korst.

    Rooster 25-30 minuten tot het goudbruin en crispy is. Halverwege omdraaien voor die perfecte finish.

    Laat het 5 minuten rusten (chill, het is het waard) en snijd het dan in dunne reepjes. Showtime!

    Stap 4: Maak de zoetzure saus

    Pak een pannetje, zet het op middelhoog vuur.

    Gooi erin: rijstazijn, bruine suiker, ketchup, sojasaus, tomatenpuree, ananassap, chilipeper (als je ballen hebt) en knoflook.

    Laat het 5 minuten bubbelen, roer af en toe – we willen geen chaos in de pan.

    Roer het maïzena papje erdoor tot de saus dik en glossy is. Dit is je meesterwerk.

    Stap 5: Serveer als een baas

    Leg die krokante varkensreepjes op een schaal. Maak het mooi, want presentation is everything.

    Drizzle die zoetzure saus erover, of serveer het apart voor de dippers onder ons.

    Top af met koriander, lente-ui en sesamzaadjes. Het is niet alleen decoratie, het maakt het af.

    Serveer met jasmijnrijst of gebakken noedels. Extra punten? Combineer met een koude Tsingtao.

    Waarom dit recept je leven verandert

    Dit is babi pangang zoals je het nog nooit hebt gehad. Het is bold, het is flavourful, en het heeft attitude:

    Varkensschouder: Malser dan de usual varkensbuik, want we doen het anders.

    Sous-vide: Optioneel, maar het maakt het vlees insane juicy.

    Ananassap: Een tropische twist die de zoetzure saus naar de top brengt.

    Roosteren: Knapperig zonder frituurvet – je keuken blijft fris.

    Verse kruiden: Koriander en lente-ui maken het next level.

    Dit is mijn ode aan de Chinese roots, maar met een Dimitri-twist die het helemaal van nu maakt. Dus, waar wacht je op? Get cooking, en vergeet niet te flexen met #DimitriVistickEats. Let’s go!

    Print pagina

    Risotto met Paddestoelen 4 personen

    300 gram Arborio- of Carnaroli-rijst. Geen discussie, geen ander type. Dit is risotto, niet je oma’s rijstepap.

    50 gram gedroogde porcini. Ja, die dure. Wil je umami of een flauwe hap?

    200 gram verse paddenstoelen. Mix it up: shiitake, oesterzwammen, wat je kunt scoren. Geen champignons uit blik, alsjeblieft, dit is geen studentenhuis.

    1 liter groentebouillon. Zelfgemaakt als je een held bent. Anders koop je de beste die je vindt en pimp je ‘m met paddenstoelensteeltjes en wat gedroogde porcini.

    1 middelgrote ui, fijngesnipperd. Huil maar even, het is voor een goed doel.

    2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden. Vampiers mijden je keuken, extra bonus.

    100 ml droge witte wijn. Gebruik iets wat je ook zou drinken. Die fles die al een jaar openstaat? Weg ermee.

    50 gram boter. Echte boter, geen margarine. We zijn hier niet aan het lijnen.

    50 gram Parmezaanse kaas, vers geraspt. Geen voorgeraspte troep, dat smaakt naar karton.

    Olijfolie, zout, peper, en een takje tijm als je je fancy voelt.



    Bereiding.

    Bouillon prep: Week de gedroogde porcini 20 minuten in 250 ml heet water. Zeef dat weekwater (dat is vloeibaar goud, gooi het niet weg!) en mik het in je bouillon. Hak de geweekte porcini grof. Zet de bouillon op laag vuur en hou ‘m warm. Koud = doodzonde.

    Paddenstoelen bakken: Snijd de verse paddenstoelen in plakjes. Verhit een scheut olijfolie in een pan tot het sist als je er een druppel water in gooit. Bak de paddenstoelen met een teentje knoflook en wat tijm tot ze goudbruin zijn. Niet stoven, bakken! Je wilt knapperig, niet een natte krant. Voeg de geweekte porcini toe, bak nog een minuut. Zet apart.

    Ui en knoflook: Grote pan, scheutje olijfolie, bak de ui tot glazig. Gooi de knoflook erbij, bak een minuut mee. Niet verbranden, anders smaakt het naar as en daar wordt niemand blij van.

    Rijst: Mik de rijst in de pan. Roer tot elke korrel glanst van de olie. Dit is geen optionele stap, doe het goed.

    Wijn: Blus af met de witte wijn. Roer tot het verdampt is. Ruik je het nog? Dan ben je niet klaar.

    Bouillon toevoegen: Nu begint het echte werk. Voeg een pollepel bouillon toe, roer tot het opgenomen is. Herhaal dit 18-20 minuten lang. schud alsof je leven ervan afhangt, maar wel met een glimlach. Geen klontjes, geen aangebrande bodem, capisce?

    Paddenstoelen erin: Halverwege mik je die gebakken paddenstoelen erbij. Roer door, laat die smaken fuseren.

    Afmaken: Rijst al dente? Haal van het vuur. Klont boter erin, Parmezaan erover. Roer tot het romig is. Proef: te flauw? Meer kaas. Te droog? Beetje bouillon. Jij bent de baas.

    Serveren: Schep op borden, strooi er wat extra Parmezaan overheen en drizzle olijfolie als je je chic voelt. Eet meteen, risotto wacht op niemand.

    Dimitri’s Tips:

    Roertechniek: Geen half werk. Je arm hoort pijn te doen aan het eind – dat is het teken van een top-risotto.

    Paddenstoelen: Bak ze apart, altijd. Anders worden het sponzen en dat wil je niet.

    Wijn: Neem een slok terwijl je kookt. Het helpt, trust me.

    Zo, nu heb je geen excuus meer om een middelmatige risotto te serveren. Ga, kook, en maak me trots. En als het mislukt? Niet mijn schuld. Je hebt vast niet goed en te hard geroerd.

    Print pagina

    Zuppa di Pomodoro 4 personen

    1 kg San Marzano-tomaten (of andere knetterrijpe jongens, geen flauwe kasdingen)  

    1 dikke ui, fijngehakt  

    3 tenen knoflook, klein beetje pletten en hakken  

    2 stengels bleekselderij, fijngehakt (geen must, maar geeft pit)  

    1 wortel, ook fijngehakt (voor die sneaky zoetigheid)  

    4 eetlepels olijfolie, extra vergine, het goeie spul  

    Zout en peper, flinke draai uit de molen  

    Handvol basilicum, vers, scheur die blaadjes kapot  

    1 liter groentebouillon of water (bouillon wint)  

    Optioneel: scheut room of klodder crème fraîche, als je luxe wil gaan




    Bereiding.

    Tomaten opfokken: Oven op 200°C. Snijd je tomaten doormidden, leg ze met de kont omhoog op een bakplaat, druppel er 2 eetlepels olijfolie overheen, zout, peper. Rooster die krengen 30 minuten tot ze zoet en sticky zijn. Geen tijd? Skip dit, maar je mist wat magie.  

    Aromaten aanzweten: Pak een dikke pan, 2 eetlepels olijfolie erin, middelvuurtje. Gooi ui, knoflook, selderij en wortel erin. Fruit dat spul 10 minuten zachtjes tot het glanst, maar laat het niet verkleuren – zwart is voor amateurs.  

    Tomaten erin smijten: Geroosterd of rauw, hop, de tomaten de pan in. Roer even, laat die smaken dansen.  

    Sudderen als een baas: Bouillon of water erbij, aan de kook brengen, dan vuur laag. Laat het 30 minuten pruttelen, tot je huis ruikt alsof je in Napels woont.  

    Blender-time: Staafmixer erin. Hou het grof als je ballen hebt, of maak het glad als je chic wil doen.  

    Pimpen: Proef, zout en peper erdoor tot het klopt. Basilicum erin scheuren, nog 2 minuten laten trekken.  

    Extra decadentie: Scheutje room erdoor als je je innerlijke diva wil laten spreken.  

    Opdienen: In een kom, druppel olijfolie erover, paar basilicumblaadjes erop, en een dikke homp ciabatta ernaast om te soppen.

    Tips van de meester (aka ik)

    Tomaten zijn alles: Shit tomaten = shit soep. San Marzano of iets vers van de markt, anders niet zeuren.  

    Low & slow: Laat die smaken tijd nemen, haast verknalt alles.  

    Dag twee is beter: Maak dit een dag eerder, warm op, en je hebt next-level spul.

    Shoutout naar de groten

    Bottura’s geniale twist: dat roosteren, pure klasse.  

    Contaldo’s vibe: verse basilicum en tomaten waar je u tegen zegt.  

    Bastianich’s wijsheid: seizoensshit rules.

    Dit is geen soep, dit is een statement. Eet smakelijk, of zoals die Italianen brallen: Buon appetito, stronzo!

    Print pagina

    Hutspot uit Madrid 8/10 Prs

    330 g gedroogde kikkererwten.

    200 g rookspek, in 3 even grote stukken gesneden.
    1 varkenspoot.
    500 g runder- of kalfsschenkel, aan één stuk.
    1 soepkip van circa 2 kg.
    1 bouquet garni van 3 takjes verse tijm, 3 takjes
    peterselie, 1 laurierblad, 2 tot 3 kruidnagels en
    een paar peperkorrels.
    125 g serranoham, aan één stuk.
    125 g bloedworst.
    3 liter water, plus 1,25 dl water.
    4 vaste aardappels, geschild en in blokjes gesneden.
    3 preien, met het malse groen, in plakjes gesneden
    3 wortels, geschild en in dikke plakjes gesneden.
    2 middelgrote meirapen, geschild en in acht stukjes verdeeld.
    100 g rondkorrelige witte rijst of 45 g gebroken eiermie.
    zout en versgemalen peper naar smaak.
    300 g chorizo.
    1 tot 2 eetlepels olijfolie
    300 g grof gehakte wittekool.




    Bereiding.

    Verwijder eventuele ongerechtigheden uit de kikkererwten.

    Spoel ze onder de koude kraan, doe ze in
    een kom en giet er zo veel koud water over dat ze
    onderstaan. Laat een nacht in de koelkast weken.
    Giet de kikkererwten de volgende dag af en doe
    ze in een grote, diepe pan. Voeg het spek toe.
    Breng een voor driekwart gevulde pan water aan
    de kook. Doe er de varkenspoot, runder- of kalfs-
    schenkel en de kip in en blancheer ze 5 minuten.
    Neem ze uit de pan en doe ze vervolgens in de pan
    met de kikkererwten.
    Doe de ingrediënten voor het bouquet garni in
    een stuk neteldoek, breng de hoeken samen en bind
    met keukengaren op tot een kruidenbuiltje. Doe dit
    bouquet garni, de ham, bloedworst en de 3 liter
    water in de pan en breng aan de kook op een hoog
    vuur. Draai het vuur laag en schep er naar boven
    drijvend schuim af. Leg het deksel ор de pan en laat
    circa 2,5 uur stoven tot de vleessoorten botergaar
    zijn en van de botten loskomen.
    Voeg de aardappels, prei, wortels en meiraapjes toe
    nog circa 35 minuten stoven tot de groenten
    gaar zijn.
    Neem de vleessoorten uit de pan en snijd ze in
    blokjes. Zet weg.
    Schep 1,5 liter kooknat uit de pan en giet in een
    andere pan. Bren aan de kook en voeg de rijst of mie
    toe. Kook de mie in een aantal minuten gaar en de
    rijst in circa 20 minuten. Breng op smaak met zout
    en peper.
    Prik de chorizo hier en daar in met een vork. Bak
    de chorizo in de olijfolie in een grote koekenpan op
    een middelhoog vuur, waarbij je de worst af en toe
    omdraait, tot hij bruin is. Voeg de kool en de 1,25 dl
    water toe en laat circa 8 minuten zachtjes koken tot
    de kool gaar en de chorizo doorgewarmd is. Neem
    de chorizo uit de pan en snijd hem in plakjes.
    Schep voor het serveren de kikkererwten en
    groenten met een schuimspaan uit het kooknat en
    schep ze in het midden van een grote, diepe dienschaal.

    Schik er de vleessoorten op en gooi de botten weg.

    Schep er wat kooknat over om het geheel
    een beetje sappig te maken. Serveer de rijst of mie
    met bouillon als eerste gang, dan de chorizo en kool
    als tweede gang en ten slotte de kikkererwten,
    groenten en het vlees als derde gang.

    Print pagina

    Kip Piri-Piri 4 personen

    90 gr grof gehakte verse pikante rode
    chilipepers.
    5 tenen knoflook, fijngehakt.
    1 theelepel zout.
    2,5 dl olijfolie.
    4 eetlepels witte-wijnazijn.

    1 theel organo.
    1 theel gerookte paprika.

    sap van halve citroen.

    2 theel cayennepeper

    800 gr kippendijen



    Bereiding.

    Doe voor de saus de chilipepers, knoflook, het

    zout, 1/3 olijfolie en azijn in een pot met een goed
    sluitend deksel en schud. Zet circa 1 week in de
    koelkast. (je hebt
    niet alle saus nodig, het is tot 2 maanden in de koel-
    kast te bewaren.) Schud goed voor het gebruik.
    Doe de knoflook, gerookte paprika, oregano, citroensap, cayennepeper, overige olijfolie en chilipepers in een blender en vermaal het tot een saus. Wrijf
    dit mengsel over de kippendijen en doe ze in een kom.
    Dek de kom af en zet 4 uur in de koelkast.
    Verwarm de grill voor of maak een houtskool-
    vuur. Neem de kippendijen uit de marinade en bewaar
    de marinade. Rijg de kip aan metalen pennen
    Bestrooi met zout. Grill of rooster ze tot dat ze gaar zijn waarbij je ze één keer omdraait en
    een paar keer met de marinade bedruipt.
    Schik de spiesjes in een dienschaal en garneer met
    de partjes citroen. Serveer met brood of patat en geef er de
    piri-piri-saus apart bij om de kip in te dopen.

    Print pagina

    Quiche Dimi 4 personen

    5 plakjes bladerdeeg
    200 gr. mager gerookte spek

    teentje knoflook geperst
    vers gemalen peper naar smaak
    mespuntje zout

    mespuntje komijn poeder
    200 gr. gemalen gruyiere kaas
    4 eieren
    250 mililter room

    100 gr. tros tomaat in kwart gesneden

    handje rucola fijn gesneden




    Bereiding.

    Verwarm de oven vast voor op 200 graden.
    Bladerdeeg 10 minuten laten ontdooien op het aanrecht. De bakvorm invetten met een beetje boter of olie.

    De bakvorm bekleden met het bladerdeeg. Prik een paar gaatjes in het deeg met een vork.
    De spekreepjes, knoflook, trostomaat, komijnpoeder en rucola heel even bakken in een koekenpan.  De spekreepjes mengsel verdeel je over de bodem van de bakvorm.
    In een kom de eieren, room, zout en peper even loskloppen. Dan de gruyiere kaas erdoor mengen en nog even doorroeren.
    Giet dit mengsel over de spekreepjes heen. Even de bovenkant mooi glad strijken.
    Bak de quiche op 200 graden in minimaal 30 minuten gaar. Je kan met een sateprikker controleren of de quiche al klaar is. 

    Print pagina