
500 gram varkensschouder of -buik (schouder voor bite, buik voor extra mals – kies je fighter)
Voor de marinade:
2 eetlepels sojasaus (lichte variant, geen ketjap – dat is voor later)
1 eetlepel palmsuiker (of bruine suiker, geen stress)
2 teentjes knoflook, fijngehakt (vers, geen potje)
1 theelepel verse gember, geraspt (poeder is voor luie dagen)
Voor de saus:
2 eetlepels plantaardige olie (zonnebloem, geen olijfolie – dat is voor de Italianen)
2 sjalotten, fijngesneden (geen gewone ui, sjalot is key)
3 teentjes knoflook, fijngehakt
2-3 rode chilipepers, ontpit en fijngesneden (meer als je ballen hebt)
1 stengel citroengras, gekneusd (of 1 theelepel poeder als de toko dicht is)
1 theelepel garnalenpasta (terasi), optioneel (voor die umami-knaller)
2 eetlepels tamarindepasta, gemengd met 100 ml water (of 2 eetlepels citroensap als je lui bent)
2 eetlepels palmsuiker (of bruine suiker)
1 theelepel zout (wees niet te zuinig)
200 ml water (of kokosmelk voor een romige twist)
Voor de garnering:
Verse koriander of basilicum (wat je in huis hebt)
Gebakken uitjes (uit een potje, want wie heeft tijd?)
Schijfjes rode chili (voor de flex)
Bereiding.
Marineer dat varkensvlees:
Gooi de sojasaus, palmsuiker, knoflook en gember in een kom. Hussel het varkensvlees erdoorheen tot elk stuk bedekt is. Laat het minimaal 1 uur marineren in de koelkast – langer mag, als je je leven op orde hebt. Lonny Gerungan zweert bij marineren, dus skip dit niet.
Maak die saus:
Zet een stoofpan of wok op middelhoog vuur, klots er 2 eetlepels olie in. Fruit de sjalotten, knoflook, chilipepers en citroengras tot het ruikt alsof je in een warung staat – een minuut of 3-4. Gooi de garnalenpasta erbij (als je durft) en bak nog 1 minuut. Umami-alert!
Bak het varkensvlees:
Vlees erbij, bak het aan alle kanten bruin – geen half werk, we willen die korst. Sri Owen zou zeggen: “Bruin is waar de smaak zit.” Dus, 5-7 minuten vlammen tot het er goed uitziet.
Stoof die hap:
Giet het tamarindewater, palmsuiker, zout en extra water (of kokosmelk) in de pan. Breng aan de kook, vuur laag, deksel erop en laat het 1 tot 1,5 uur sudderen. Roer af en toe – te dik? Beetje water. Te dun? Deksel eraf en inkoken. Het vlees moet zo mals zijn dat het uit elkaar valt en de saus stroperig en donker is.
Serveer met swagger:
Vis het citroengras eruit (niemand kauwt op een stokje). Schep op een bord, garneer met koriander, gebakken uitjes en chili-schijfjes. Serveer met dampende rijst en een frisse komkommersalade. Danny Lee zou trots zijn.
Dimitri’s Gouden Tips –
Vleeskeuze: Schouder voor bite, buik voor melt-in-your-mouth goodness.
Vegetarisch: Swap voor tempeh of tofu, marineer en bak kort – plant power!
Pittig: Extra chili of een schep sambal als je van vuurwerk houdt.
Restjes: Dag erna nog lekkerder, perfect voor op een broodje.
Dit is Babi Roedjak zoals het hoort: kruidig, sticky, en met een Indo-vibe die je niet vergeet. Met een dikke shoutout naar de Indische grootmeesters, maar dan overgoten met Dimitri-saus. Schep op, eet heet, en geniet – je bent nu officieel een stoofkoning! Let’s go!