Goulash 4/6 personen

1,5 kg runderstoofvlees (sukade of riblappen, want we gaan niet voor dat droge supermarktspul). Snijd het in blokjes van 2,5 cm, of doe maar wat, ik ben je moeder niet.  

2 grote uien, fijn gesnipperd (ja, je gaat janken, maar dat is goed voor je karma).  

4 teentjes knoflook, fijngehakt (tegen vampiers en mensen die te dichtbij staan in de tram).  

3 eetlepels Hongaarse zoete paprika (edelzoet, want we zijn fancy, ook al zien we eruit als een aardappel).  

1 theelepel Hongaarse hete paprika (optioneel, voor als je stoer wilt doen, maar eigenlijk niet tegen pittig kan).  

1 theelepel karwijzaad (kummel, geen komijn, anders sturen de Hongaren een boze brief).  

2 laurierblaadjes (om te laten zien dat je een serieuze kok bent, ook al ben je dat niet).  

Zout en versgemalen zwarte peper (want zonder smaakt het naar karton, en dat wil niemand).  

2 eetlepels reuzel (of olie als je een healthfreak bent, maar dit is goulash, geen yoga-retraite).  

1 liter water of runderbouillon (bouillon is voor winnaars, water voor mensen die te lui zijn om naar de winkel te gaan).  

Optioneel: 1 eetlepel tomatenpuree (als je denkt dat je Gordon Ramsay bent, maar laten we eerlijk zijn, dat ben je niet).




Bereiding.(pak een wijntje, dit wordt een avontuur)

Snijd dat vlees in blokjes van 2,5 cm. Geen liniaal? Gokken mag, maar als het mislukt, wijs je niet naar mij. Dep het droog met keukenpapier, want nat vlees bakt voor geen meter en spettert als een slechte actiefilm. Snipper de uien zo fijn dat je je afvraagt waarom je dit jezelf aandoet. Spoiler: voor de smaak, sukkel.

Uien fruiten

Smijt die reuzel (of olie, watje) in een grote stoofpan en zet het vuur middelhoog. Gooi de uien erin en bak ze 10-15 minuten tot ze goudbruin zijn. Roer af en toe, anders eindig je met een aangebrande bende en een schuldgevoel. Dit is het moment om te huilen – niet alleen om de uien, maar ook om je levenskeuzes.

Knoflook erbij

Flikker de knoflook in de pan en bak ‘m 1 minuut mee. Ruikt het goddelijk? Mooi, je doet iets goed. Ruikt het niet? Dan heb je waarschijnlijk je vingers erbij gehakt, succes ermee.

Vlees aanbraden

Zet het vuur hoog, dump het vlees erin en bak het bruin aan alle kanten. Reken op 5-7 minuten chaos. Je keuken wordt een slagveld van spetterende olie, maar dat is het teken dat je leeft. Als het niet spettert, ben je te voorzichtig – leef een beetje, man.

Tomatenpuree (optioneel)

Voel je je een culinair genie? Roer dan die tomatenpuree erdoor en bak ‘m kort mee. Geeft extra diepte, zeggen de pro’s. Sla je het over? Ook prima, ik vertel het niet verder.

Specerijen toevoegen

Zet het vuur laag, want als je paprika in een hete pan gooit, wordt het bitter en smaakt je goulash naar je laatste ruzie. Strooi de zoete paprika, hete paprika (als je ballen hebt), karwijzaad, zout en peper erover. Roer het door alsof je een kunstwerk maakt – dat doe je ook, soort van.

Vloeistof erin

Giet de bouillon (of water, luilak) in de pan tot het vlees net onder staat. Smijt de laurierblaadjes erbij, want die maken je gerecht Instagram-waardig. Of niet, maar het voelt professioneel.

Stoven

Breng het aan de kook, draai het vuur dan zo laag dat het nog net pruttelt. Deksel erop en laat het 2 tot 2,5 uur sudderen. Ja, dat is lang. Nee, je kunt het niet haasten. Ga Netflixen of bedenk hoe je je buren gaat afwijzen als ze komen bedelen om een hapje. Roer af en toe en voeg water toe als het te droog wordt – het moet stevig zijn, geen woestijn.

Proeven en fixen

Proef de goulash (pas op, heet!) en gooi er extra zout en peper bij als het nog wat pit nodig heeft. Haal de laurierblaadjes eruit, tenzij je van kauwen op karton houdt.

Rusttijd

Laat het 30 minuten staan voor je het opschept. Dit is wanneer de magie gebeurt, zoals bij wijn die je te lang laat liggen. Nog beter: maak het een dag eerder en warm het op. Dan is het zo goed dat je jezelf een medaille wilt geven – of een tweede glas wijn, want je bent een held.

Serveertip (om te flexen op je gasten, of gewoon op jezelf):

Smijt die goulash op een bord met knapperig brood, gekookte piepers of eiernoedels. Wil je extra punten? Klodder er een lepel zure room op en strooi wat peterselie voor de show. Zeg tegen iedereen dat je dit recept van een oude Hongaarse oma hebt, ook al komt het gewoon uit mijn verwarde brein. Ze trappen erin.

Tips van Hongaarse Meesterkoks (of wat ik heb opgepikt na te veel pálinka):

Paprika: Gebruik echte Hongaarse, anders wordt het niks en staat er ineens een boze oma voor je deur.

Reuzel: Het geheime wapen. Geeft smaak waar olie alleen maar van droomt. Bang voor je cholesterol? Neem olie en huil stilletjes in de hoek.  

Langzaam garen: Dit is geen sprint, maar een marathon. Laat het vlees zo mals worden dat het uit elkaar valt, anders kun je net zo goed afhaalpizza bestellen.  

Smaakbom: Maak het een dag eerder. De smaken worden dan zo intens dat je jezelf een high-five geeft – of een derde wijntje, want waarom niet?

Met deze goulash breng je Hongarije naar je keuken, plus een flinke dosis lol. Want als je niet kunt lachen om je eigen kookfratsen, wat doe je dan überhaupt met een pollepel in je hand? Eet smakelijk, held, en geef jezelf een schouderklopje. Je verdient het.

Print pagina