
500 gram makreel, schoongemaakt en klaar om te knallen
Bananenbladeren, gewassen en soepel gemaakt
1 tomaat, in plakjes gehakt
1 kleine ui, in ringen gesneden
Handje petai bonen (als je durft, anders skip je die stinkers)
Voor de marinade die je sloopt:
2 teentjes knoflook, fijngeplet
2 cm gember, geraspt tot je pols zeurt
2 cm kurkuma, vers en geraspt (of 1 tl poeder als je haast hebt)
2 rode pepers, fijngehakt – meer als je ballen hebt
1 stengel citroengras, in kleine stukjes gehakt
3 kaffir limoenblaadjes, fijngesneden
1 el tamarindepasta, voor die zure kick
1 el kokosmelk, de romige shit
1 tl zout, geen gezeik
1 tl suiker, voor balans
Extra: scheutje witte wijn of limoensap, houdt ‘t fris
Voor de saus die alles sloopt:
200 ml kokosmelk, dik en vol
1 el sambal oelek (meer als je vuur wilt)
1 tl garnalenpasta (terasi), ff roosteren
1 el palmsuiker, hak ‘t fijn
2 candlenoten, licht geroosterd en gemalen
Sap van 1 limoen, voor de finish
Verse kruiden – basilicum of koriander – om te flexen
Bereiding
Marinade fixen: Gooi die knoflook, gember, kurkuma, pepers, citroengras, limoenblaadjes, tamarinde, kokosmelk, zout en suiker in een kom en meng tot een dikke, geurige pasta. Dit is de motor, dus doe ‘t goed.
Makreel klaarzetten: Snij diagonale inkepingen in die makreel, beide kanten, zodat de marinade diep erin trekt.
Marineer die jongen: Smeer die pasta royaal over de makreel, duw ‘t in de sneden en de buik. Laat ‘m 30 minuten chillen in de koelkast, of 2 uur als je echt wilt flexen met smaak.
Bladeren preppen: Zet die bananenbladeren kort boven een vlam of in heet water tot ze buigzaam zijn. Niet scheuren, hè!
Inpakken als een baas: Leg een bananenblad neer, mik wat tomaat, ui en petai (als je durft) in het midden. Makreel erbovenop, nog wat tomaat en ui erover. Vouw ‘t strak dicht, prik vast met tandenstokers of touw.
Koken, go!: Stoom die pakketjes 20-25 minuten boven kokend water tot de makreel juicy is. Wil je rokerig? Grill ‘m op middelhoog vuur, 10-15 minuten per kant.
Saus die klapt: Terwijl de makreel z’n ding doet, pak een pannetje. Gooi kokosmelk, sambal, garnalenpasta, palmsuiker en candlenoten erin. Laat ‘t sudderen op laag vuur tot ‘t dik wordt. Limoensap erin, proeven, fixen.
Opdienen, legend: Haal de makreel uit ‘t blad, leg ‘m op een dikke schaal. Giet die kokossaus erover of serveer apart als je fancy bent.
Finish ‘m: Strooi wat basilicum of koriander erover, limoen ernaast, klaar om te eten.
Dimitri’s Tips
Geen bananenbladeren? Folie kan, maar je mist die vibe, broer.
Pittigheid fixen? Meer peper in de marinade en saus, doe wat je aankan.
Geen candlenoten? Macadamia’s doen ‘t ook, no stress.
Dit is Ikan Pepesan zoals ‘t hoort: makreel die barst van smaak, met een saus die je knock-out slaat.
Serveer met rijst, geef je tafelgenoten een high-five en geniet. Volgende keer weer wat nieuws, stay tuned!
Selemat makan.