Laksa Singapore 2 personen

• 250 gram noodles
• 150 gram garnalen
• 400 ml kokosmelk
• 250 ml vis of kippenbouillon
• 1/2 eetlepel palmsuiker
• 1/2 eetlepel tamarinde
• 1 gekneusde stengel sereh

Voor de currypasta:

• 3-4 gedroogde pepers of ½ eetlepel hj`s sambal[1]
• 3 sjalotten
• 3 teentjes knoflook
• 1 theelepel ketoembar
• 1 theelepel djintan
• 2 stukjes koenjit
• 5 kemirienoten
• 1 theelepel trassi

Bereiding.

Kook de noodles volgens de verpakking en spoel vervolgens goed af met koud water.

Rooster de ketoembar- en djintan in een droge koekenpan op redelijk hoog vuur al voor 1 á 2 minuutjes.

Doe de knoflookteentjes met het zout in een vijzel en plet tot een fijne pasta. Voeg nu de ketoembar en djintan toe en stamp weer fijn tot een fijne massa. Voeg nu de overige ingrediënten toe aan de vijzel. Één voor één en voeg pas een ingrediënt toe zodra je een enigszins gladde pasta hebt.

In een wok bak je de currypasta met een scheutje zonnebloemolie voor een minuut of 3/4.

Voeg nu de bouillon toe, de palmsuiker, de asem en de gekneusde sereh. Even roeren tot het pruttelt. Zet het vuur nu laag en voeg nu de kokosmelk toe. Laat dit nu 10 minuutjes pruttelen.

Maak de garnalen schoon. En snij wat koriander, limoen. Proef de soep even. Breng eventueel verder op smaak.

Voeg de garnalen toe aan de soep. Na een minuut of 3 zijn deze garnalen wel gaar.

Verspreid de noodels over twee ruime kommen. Hier bovenop komt de soep. serveren met limoen en koriander.