Pinda Soep 4 personen

Voor de bumbu (de smaakbom):  

4 sjalotten—pel ze als een pro, geen luie ui hier.  

3 teentjes knoflook—sla ze plat, laat ze zweten.  

2 rode chilipepers—breng de hitte, maar overdrijf niet, tenzij je een daredevil bent.  

1 tl komijn—geen stoffig poeder van twee jaar oud, vers graag.  

1 tl koriander—zelfde verhaal, vers is king.  

½ tl kurkuma—geeft die gouden glow.  

1 cm gember—vers, rasp die shit.  

1 cm laos (galanga)—vind je het niet? Skip het, maar je mist wel wat.  

1 stengel citroengras (alleen het witte deel)—sla het plat, laat het z’n werk doen.

Voor de soep:  

1 liter kippen- of groentebouillon—zelfgemaakt of uit een blokje, ik oordeel niet.  

1 kop pindakaas—puur, geen suikerzooi, we zijn geen kleuters.  

½ kop rauwe pinda’s—ga ze roosteren, trust me.  

2 wortels—in plakjes, niet te dun, niet te dik.  

2 aardappelen—in blokjes, geen rocket science.  

1 blik kokosmelk (400 ml)—optioneel, voor als je van creamy houdt.  

1 kop gekookte kip of tofu—als je zin hebt, anders niet.  

Zout en peper—naar smaak, jij bent de baas.  

Pindaolie (of whatever olie)—om te bakken,
geen olijfolie, dat’s voor Italianen.




Bereiding.

Hoe je het fikst (geen excuses)

Bumbu knallen:

Gooi al die bumbu-ingrediënten in een blender en hak ze fijn tot een gladde pasta. Dit is de ziel van je soep, dus geen half werk. Smooth, geen chunky troep.  

Pinda’s roosteren:

Pak een droge pan, middelhoog vuur, en rooster die rauwe pinda’s tot ze goudbruin zijn en je huis ruikt als een pinda-paradijs. Niet verbranden, anders ben je een noob. Laat afkoelen en hak ze fijn—blender, vijzel, wat je ook hebt.  

Bumbu bakken:

Scheutje pindaolie in een grote pan, middelhoog vuur. Bak die bumbu tot je buren komen klagen over de geur—ongeveer 5 minuten. Het moet lekker ruiken, niet verbrand.  

Groenten erin:

Wortels en aardappelen erbij, bak ze 5 minuten mee. Laat ze die bumbu opslurpen alsof ze op een spa-dag zijn.  

Bouillon erbij:

Giet die liter bouillon in de pan, breng aan de kook, zet het vuur lager en laat sudderen tot de groenten gaar zijn—15-20 minuten. Geen haast, good shit takes time.  

Pinda-power:

Roer de pindakaas en gemalen pinda’s erdoor. Voeg kokosmelk toe als je van romig houdt—ik doe het, want waarom niet? Laat nog 10 minuten pruttelen, zodat de smaken samensmelten.  

Extra’s (als je wil):

Gooi de kip of tofu erin, warm even mee—2-3 minuten, niet langer, anders wordt het rubber.  

Proeven en pimpen:

Proef die soep. Te flauw? Zout. Te dik? Scheutje water. Te dun? Laat inkoken. Jij bent de chef, niet ik.  

Serveren als een king:

Schep in kommen, gooi er gehakte pinda’s, koriander, gebakken sjalotjes en een drizzle chiliolie overheen als je ballen hebt. Serveer met rijst, ketupat of gewoon een dik stuk brood. Of drink het straight uit de kom—ik oordeel niet.

Dimitri’s Indo-tips (want ik weet wat ik doe)

Vegetarische vibes: Skip de kip, gooi er tofu of extra groenten in. Easy.  

Spice level: Bang voor pit? Minder chili’s. Wil je huilen? Meer chili’s. Your call.  

Fancy maken: Zelf gebakken sjalotjes? Dun snijden, frituren in olie tot ze goud zijn. Impress je vrienden.  

Leftovers: Dag 2 is deze soep nog dikker en beter. Als je geduld hebt.

Waarom dit de bom is

Deze pindasoep is geen slap aftreksel—het is de real deal, met respect voor de Indo-meesters maar met mijn eigen twist. Het is als een knuffel van je Indo-oma, maar dan met een kick. Romig, pittig, vol umami, en zo lekker dat je je lepel aflikt. Eet smakelijk, en vergeet niet om me later te bedanken!

Print pagina